Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Agenda
Toets-inzage
Periode 2
Stijl
Boeken?
OP TAFEL: ZAKKIE + papier(map) en pen
Slide 2 - Diapositive
Toets
Algemene feedback:
- Als er wordt gevraagd om 2 redenen; geef er altijd 2
- Onderwerp = vaak geen volledige zin
- Tussenkopjes = korter dan een titel
Slide 3 - Diapositive
Periode 2
Hoofdstuk 10 t/m 14 communicatie KERN
Stijl en formuleren
Hoofdstuk 8 t/m 10 literatuur KERN
Keuze literair werk, opdracht in toets
NUMO - (45 minuten) - check op dinsdag
Schooltaalwoorden LessonUp-lessen
Slide 4 - Diapositive
Stijl
Slide 5 - Diapositive
Stijl
Slide 6 - Diapositive
'Stijl' in teksten
Slide 7 - Carte mentale
Stijl
Slide 8 - Diapositive
Waar komt het woord Stijl vandaan?
Slide 9 - Question ouverte
Stel je schrijft een sollicitatiebrief; stijl op woord-, zin- en tekstniveau?
Slide 10 - Question ouverte
Stel je schrijft een liefdesbrief; stijl op woord-, zin- en tekstniveau?
Slide 11 - Question ouverte
Stel je schrijft een nieuwsbrief; stijl op woord-, zin- en tekstniveau?
Slide 12 - Question ouverte
Je beste vriend is net getrouwd. Je stuurt hem een kaart een week na het huwelijk om hem te feliciteren en bedanken. Schrijf de tekst, minimaal 40 woorden.
Slide 13 - Question ouverte
Je baas is net getrouwd. Je stuurt hem een kaart een week na het huwelijk om hem te feliciteren en bedanken. Schrijf de tekst, minimaal 40 woorden.
Slide 14 - Question ouverte
Volgende week
Verder in KERN
Boeken kiezen
Vergeet NUMO niet voor dinsdag
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Agenda - theorieles
Uitleg skill tree
Startopdracht
Aantekeningen/theorie
Check
Volgende week
OP TAFEL: pen en papier
Slide 17 - Diapositive
Stijl - tekst/zin/woord
Slide 18 - Diapositive
Lesdoel
Ik kan van vier formuleerstijlen - begrijpelijk & nauwkeurig & bondig & aantrekkelijk - kenmerken noemen
Schiet op jongens
Schiet op, jongens
Slide 19 - Diapositive
begrijpelijk duidelijk nauwkeurig precies
understandable
bondig verkort aantrekkelijk pakkend
Slide 20 - Diapositive
Hulp?
Hand omhoog en ik kom langs
Klaar?
Hand omhoog en ik check
Opdracht
Welk kenmerk hoort bij welke formuleerstijl? Noteer - mag in overleg met je buur - de nummers met de blauwe pen
timer
3:00
Slide 21 - Diapositive
Begrijpelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen
10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie
13. Actieve vorm
15. Naamwoordstijl vermijden
17. Geen lastige/lange woorden
10-15 woorden
Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...
Sommige mensen durven een jurk,
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...
De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)
Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.
Slide 22 - Diapositive
Nauwkeurig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
2. Geen lege woorden/beperking
8. Geen homoniemen zonder context
9. Juiste verwijzing
11. Komma op de juiste plek
12. Vragen van de lezer beantwoorden
Ik heb heel vaak gewonnen
ik heb drie keer gewonnen
Over het algemeen ben ik blij op school
Er staat een bank op de hoek
De kok vertelde de ober dat hij ontslagen was, omdat hij (de kok)steeds te laat kwam opdagen.
Schiet op jongens!
Schiet op, jongens!
Wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe?
Slide 23 - Diapositive
Bondig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden
6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden
7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden
Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel
De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de storm -> De oude vrouw had moeite met de storm
Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld
Slide 24 - Diapositive
Aantrekkelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
3. Creatieve woordkeuze
4. Neologisme/archaïsmen zo min mogelijk gebruiken
14. Beeldspraak/stijlfiguren
18. Persoonlijk taalgebruik
Synoniemen, beeldspraak, metaforen
thans/tiktokken
Maak gebruik van voorbeelden/vergelijkingen
/stijlfiguren
Bij ons op school smaakt koffie als rioolwater - Het duurde een eeuw voordat ze er was
Schrijf vanuit jezelf
Slide 25 - Diapositive
Hulp?
Bord
Succes!
Opdracht
Welk kenmerk hoort bij welke formuleerstijl? Noteer met rode pen de juiste nummers én schrijf mee met de aantekeningen.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Agenda
Vier formuleerstijlen
Aantekeningen afmaken
NUMO & HW-check
Boeken
OP TAFEL: ZAKKIE + papier(map) en pen
Slide 28 - Diapositive
begrijpelijk duidelijk nauwkeurig precies
understandable
bondig verkort aantrekkelijk pakkend
Slide 29 - Diapositive
Begrijpelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen
10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie
13. Actieve vorm
15. Naamwoordstijl vermijden
17. Geen lastige/lange woorden
10-15 woorden
Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...
Sommige mensen durven een jurk,
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...
De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)
Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.
Slide 30 - Diapositive
Nauwkeurig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
2. Geen lege woorden/beperking
8. Geen homoniemen zonder context
9. Juiste verwijzing
11. Komma op de juiste plek
12. Vragen van de lezer beantwoorden
Ik heb heel vaak gewonnen
ik heb drie keer gewonnen
Over het algemeen ben ik blij op school
Er staat een bank op de hoek
De kok vertelde de ober dat hij ontslagen was, omdat hij (de kok)steeds te laat kwam opdagen.
Schiet op jongens!
Schiet op, jongens!
Wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe?
Slide 31 - Diapositive
Bondig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden
6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden
7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden
Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel
De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de storm -> De oude vrouw had moeite met de storm
Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld
Slide 32 - Diapositive
Aantrekkelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
3. Creatieve woordkeuze
4. Neologisme/archaïsmen zo min mogelijk gebruiken
14. Beeldspraak/stijlfiguren
18. Persoonlijk taalgebruik
Synoniemen, beeldspraak, metaforen
thans/tiktokken
Maak gebruik van voorbeelden/vergelijkingen
/stijlfiguren
Bij ons op school smaakt koffie als rioolwater - Het duurde een eeuw voordat ze er was
Schrijf vanuit jezelf
Slide 33 - Diapositive
Checkvragen
Begrijpelijk = hand omhoog
Bondig = wijsvinger in de lucht
Nauwkeurig = duim in de lucht
Aantrekkelijk = twee handen in de lucht
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Volgende lessen
Uitleg schrijfopdracht
Werken aan opdrachten skill tree (zie huiswerk in Magister)