2k Unit 4.5 vocab 2

Welke woorden in het Engels ken je met betrekking tot vrije tijd (leisure)?
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden in het Engels ken je met betrekking tot vrije tijd (leisure)?

Slide 1 - Carte mentale

I'm grouned, because I got home late.
What does 'to be grounded' mean in Dutch?
A
ik druk altijd op A
B
huisarrest hebben
C
op de grond staan
D
onder de grond zijn

Slide 2 - Quiz

I am busy, so I can't entertain you
What does 'entertain' mean in Dutch?
A
maken
B
enteren
C
vermaken

Slide 3 - Quiz

True or false. Betekent 'leisure' in het Nederlands 'drukke tijd'?
A
true
B
false

Slide 4 - Quiz

Find the odd one out. Welke hoort er niet bij?
A
leisure
B
to have a good time
C
course
D
to entertain

Slide 5 - Quiz

Fill in the correct word.
I went to a ...... at Empire Music Hall last week
A
gig
B
gog
C
gug

Slide 6 - Quiz

toneelstuk
aanbevelen
overslaan
binnen blijven
play
to skip
to stay in
to recommend

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe vertaal je 'activiteit' in het Engels?
A
active
B
activity
C
lazy

Slide 8 - Quiz

Dit is een leuke cursus.
Hoe vertaal je 'cursus' in het Engels?
A
sister
B
of course
C
course

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je 'onbeperkt' in het Engels?
A
unlimited
B
limited
C
light

Slide 10 - Quiz

horse riding
rollerblades
exhibition
entry
paardrijden
tentoonstelling
toegang
rolschaatsen

Slide 11 - Question de remorquage

True or false? Betekent 'fishing' in het Nederlands 'vissen'?
A
true
B
false

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Would you ....... going out with me?
A
fency
B
fancy
C
fincy

Slide 13 - Quiz

Maak een zin en gebruik de volgende woorden:
bowling - to organise

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive