3g vocab 2 unit 3

What does 'cemetery' mean in Dutch?
A
cement
B
boom
C
cel
D
kerkhof
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

What does 'cemetery' mean in Dutch?
A
cement
B
boom
C
cel
D
kerkhof

Slide 1 - Quiz

What does 'chemist' mean in Dutch?
A
chemicaliën
B
drogist
C
apotheek
D
supermarkt

Slide 2 - Quiz

What does 'habit' mean in Dutch?
A
regular
B
normaal
C
beetje
D
gewoonte

Slide 3 - Quiz


Find the odd one out. Welke hoort er niet bij?
A
cure
B
drug
C
treatment
D
sigh

Slide 4 - Quiz

Engelse woorden
Nederlandse woorden
examination
hygienic
to itch
pill
hygiënisch
pil
onderzoek
jeuken

Slide 5 - Question de remorquage

True or false
Betekent 'hoofddoek' in het Engels 'headscarf'?
A
true
B
false

Slide 6 - Quiz

What is de meaning of 'cotton' in Dutch?
A
katoen
B
kopen
C
tonen
D
groter

Slide 7 - Quiz

What is de meaning of 'faith' in Dutch?
A
falen
B
vertrouwen
C
trouw
D
vechten

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal je 'aansteken' in het Engels?
A
to light
B
to steak on
C
enlighten
D
to go on

Slide 9 - Quiz

True or false
Does 'adjust' mean 'jureren' in Dutch?
A
true
B
false

Slide 10 - Quiz