Hoofdzinnen maken met werkwoorden Lowan thema 1-4

Hoofdzinnen maken met werkwoorden Lowan thema 1-4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISKISKBasisschoolMiddelbare schoolPraktijkonderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Hoofdzinnen maken met werkwoorden Lowan thema 1-4

Slide 1 - Diapositive

Regels
(1) wie of wat
(2) werkwoord
(3) 
rest (wat, wanneer, waar)
Ik
loop
naar school.
werkwoorden:
v in pluralis wordt f in singularis schrijven->schrijf
z in pluralis wordt s in singularis lezen->lees

Slide 2 - Diapositive

Maak een zin met "pakken" als werkwoord

Slide 3 - Question ouverte

Maak een zin met "leren" als werkwoord

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zin met "zitten" als werkwoord

Slide 5 - Question ouverte

Maak een zin met "schrijven" als werkwoord

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met "lezen" als werkwoord

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met "tekenen" als werkwoord

Slide 8 - Question ouverte

Maak een zin met "staan" als werkwoord

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met "horen" als werkwoord

Slide 10 - Question ouverte

Maak een zin met "praten" als werkwoord

Slide 11 - Question ouverte

Maak een zin met "poetsen" als werkwoord

Slide 12 - Question ouverte

Maak een zin met "tellen" als werkwoord

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin met "denken" als werkwoord

Slide 14 - Question ouverte

Maak een zin met "roeren" als werkwoord

Slide 15 - Question ouverte

Maak een zin met "koken" als werkwoord

Slide 16 - Question ouverte

Maak een zin met "geven" als werkwoord

Slide 17 - Question ouverte

Maak een zin met "lopen" als werkwoord

Slide 18 - Question ouverte

Maak een zin met "maken" als werkwoord

Slide 19 - Question ouverte

Maak een zin met "luisteren" als werkwoord

Slide 20 - Question ouverte

Maak een zin met "wijzen" als werkwoord

Slide 21 - Question ouverte