Woordenschat hfd 1

Nederlands - klas M2
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands - klas M2

Slide 1 - Diapositive

De vorige les
-Letterlijk taalgebruik
-Figuurlijk taalgebruik

-De betekenis van woorden zoeken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat een woordstrategie is
  • Je weet welke woordstrategieën er zijn 
  • Je kunt verschillende woordstrategieën gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Woordstrategie I
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen.

Je kan hiervoor de volgende strategie gebruiken:

Slide 4 - Diapositive

Woordstrategie-synoniem
Zoek in de tekst naar een synoniem.

Een synoniem is een ander woord met ongeveer dezelfde betekenis.

grootvader-opa                        kacho-hond
vrouw-dame                               ruman-broer/zus

Slide 5 - Diapositive

Woordstrategie-omschrijving
Zoek in de tekst naar een omschrijving

Bij een vak zoals geschiedenis een aardrijkskunde zie je vaak omschrijvingen in de tekst staan. Het onbekende woord is dan dik gedrukt en daarachter staat een omschrijving.

Funchi=en maisgerecht - vergelijkbaar met polenta - dat wordt gemaakt van wit of geel maïsmeel.

Slide 6 - Diapositive

Woordstrategie-voorbeeld
Zoek in de tekst naar een voorbeeld.

Let op woordjes als: 'bijvoorbeeld' en 'zoals'.

Op Bonaire is het zeeleven erg mooi. Zo zijn er bijvoorbeeld gekleurde vissen, mooi koraal en schildpadden.

Slide 7 - Diapositive

Woordstrategie-tegenstelling
Zoek in de tekst naar een tegenstelling. Het tegenovergestelde.

Bijvoorbeeld: 

We hebben gezamenlijk de opdracht gemaakt, maar de toets ga ik alleen maken.

Slide 8 - Diapositive

Woordstrategie-bekend woorddeel
Kijk naar het onbekende woord en probeer te ontdekken of je een gedeelte van het woord wel kent.

Bijvoorbeeld: 

regenachtig. Herken je het woord 'regen'?
katachtigen. Herken je het woord 'kat'?

Slide 9 - Diapositive

Aan het werk
Woordenschat hoofdstuk 1
Bladzijde 24 t/m 27

Opdracht 2, 3, 4 en 5

Slide 10 - Diapositive

Denk je dat je de lesdoelen beheerst? Voor hoeveel procent ongeveer?
0100

Slide 11 - Sondage