Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen
Telefoon in telefoontas
Slide 1 - Diapositive
Planning
Herhaling
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Volgende keer
Slide 2 - Diapositive
Wanneer komt het aantal genen in paren voor in een cel?
A
Als het een lichaamscel is
B
Als het een geslachtscel is
Slide 3 - Quiz
Welk begrip hoort bij de omschrijving 'een deel van een chromosoom met de informatie over 1 eigenschap?'
A
Chromosoom
B
Allel
C
DNA
D
Gen
Slide 4 - Quiz
Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.
Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A
Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr.
B
Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR.
C
Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr.
D
Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr.
Slide 5 - Quiz
Uit een kruising tussen een zwart en een witte Cavia ontstaat een F1-generatie die voor de helft uit zwarte en voor de helft uit witte dieren bestaat. Worden de zwarte dieren van deze F1 onderling gekruist dan ontstaat een F2 van uitsluitend zwarte dieren.
Worden de witte dieren van de F1 onderling gekruist, dan ontstaan een F2 die voor ¾ uit witte en voor ¼ uit zwarte dieren bestaat. Wat zijn de genotype van de P, F1 en F2. Laat dit zien aan de hand van kruisingsschema's.
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt zelfstandig een kruisingschema maken voor een intermediaireovererving
Slide 7 - Diapositive
Intermediair fenotype
Slide 8 - Diapositive
Onvolledig dominant: Beide genotypen zijn even sterk
Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting
Intermediair fenotype
Slide 9 - Diapositive
Intermediair fenotype
beide genen even sterk
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr
Slide 10 - Diapositive
Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?
Slide 11 - Diapositive
Intermediair fenotype:
Hoe ziet de F2 eruit? Geef het genotype en het fenotype en laat dit zien adhv een kruissingsschema.
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz
Slide 12 - Diapositive
Intermediair fenotype:
Hoe ziet de F2 eruit? Geef het genotype en het fenotype en laat dit zien adhv een kruissingsschema.
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz
Slide 13 - Diapositive
welke eigenschap is intermediair?
A
krullend haar
B
stijl haar
C
slag in het haar
Slide 14 - Quiz
Twee mensen met slag in het haar krijgen kinderen. Hoe groot is de kans op krullend haar bij de F1?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 15 - Quiz
Welke fenotypen verwacht je in de F1 als de ouders beide krullend haar hebben?
A
alleen krullend haar
B
krullend en slag
C
krullend slag en steil
D
krullend en steil
Slide 16 - Quiz
Stel een gevlekte hond kruist met een witte hond. Welke fenotypen verwacht je in de F1?
A
wit
B
zwart
C
wit en gevlekt
D
gevlekt en zwart
Slide 17 - Quiz
Stel een witte en een gevlekte hond krijgen nakomelingen. In welke verhouding komen de fenotypen wit en gevlekt voor in de F1?
A
2:1
B
1:2
C
1:1
D
1:3
Slide 18 - Quiz
Kunnen een zwarte en gevlekte hond samen een witte nakomeling krijgen?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quiz
In een nestje puppies zijn witte en zwarte nakomelingen. Wat is het genotype van de ouders?