Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica
Schrift + pen
Telefoon in (telefoon)tas
Slide 1 - Diapositive
Planning
Herhaling
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Volgende keer
Slide 2 - Diapositive
Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.
Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A
Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr.
B
Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR.
C
Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr.
D
Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr.
Slide 3 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt zelfstandig een kruisingschema maken voor een intermediaireovererving
Slide 4 - Diapositive
Intermediair fenotype
Slide 5 - Diapositive
Onvolledig dominant: Beide genotypen zijn even sterk
Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting
Intermediair fenotype
Slide 6 - Diapositive
Intermediair fenotype
beide genen even sterk
Wit leeuwenbekje = AwAw
Roze leeuwenbekje = ArAw
Rood leeuwenbekje = ArAr
Slide 7 - Diapositive
Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?
Slide 8 - Diapositive
Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?
AzAz
AwAw
AwAz
AwAz
AzAz
AwAz
AwAw
AwAz
Slide 9 - Diapositive
welke eigenschap is intermediair?
A
krullend haar
B
stijl haar
C
slag in het haar
Slide 10 - Quiz
Twee mensen met slag in het haar krijgen kinderen. Hoe groot is de kans op krullend haar bij de F1?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 11 - Quiz
Welke fenotypen verwacht je in de F1 als de ouders beide krullend haar hebben?
A
alleen krullend haar
B
krullend en slag
C
krullend slag en steil
D
krullend en steil
Slide 12 - Quiz
Een roze bloem K(r)K(w) kruist met een witte bloem K(w)K(w). Wat is de kans op roze nakomelingen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 13 - Quiz
Bij honden heb je witte, zwarte en gevlekte dieren. Gevlekt is intermediair. Welk genotype past bij gevlekt
A
VGvG
B
VgVg
C
VwVz
D
Gg
Slide 14 - Quiz
Stel een gevlekte hond kruist met een witte hond. Welke fenotypen verwacht je in de F1?
A
wit
B
zwart
C
wit en gevlekt
D
gevlekt en zwart
Slide 15 - Quiz
Stel een witte en een gevlekte hond krijgen nakomelingen. In welke verhouding komen de fenotypen wit en gevlekt voor in de F1?
A
2:1
B
1:2
C
1:1
D
1:3
Slide 16 - Quiz
Kunnen een zwarte en gevlekte hond samen een witte nakomeling krijgen?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
In een nestje puppies zijn witte en zwarte nakomelingen. Wat is het genotype van de ouders?