Herhaling zinsdelen 2vwo

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

10 min lezen

Planning van vandaag

- Herhaling zinsdelen

- Zelfstandig werken

De grote herhalingsquiz!

Weet jij nog welke woordsoorten er allemaal zijn?

Of ben jij beter in zinsdelen?

De Grote Herhalingsquiz!

Wat weet jij van zinsdelen?

Ik scoor een 10 op deze herhalingsquiz!

Wat is het wg/ng in deze zin:
Jij bent zeer behulpzaam!

1. Jij
2. bent
3. bent zeer behulpzaam
4. zeer behulpzaam

Wat is de bijv.bep in de volgende zin:
De boeken van de bibliotheek zijn te laat ingeleverd.

1. De boeken
2. van de bibliotheek
3. te laat
4. zijn ingeleverd

Wat is het voorzetselvoorwerp in deze zin:
Sonja verlangt naar een kop thee.

1. verlangt
2. verlangt naar
3. een kop thee
4. naar een kop thee

Wat is de obwb in de volgende zin:
Ik ben met de zeer moeilijke opleiding gestopt.

1. zeer moeilijke
2. moeilijke
3. zeer
4. zeer moeilijke opleiding

Wat is het wg/ng in deze zin:
Hij heeft zich geschoren

1. Hij
2. heeft geschoren
3. heeft zich geschoren
4. heeft

Wat is de bijst. in de volgende zin:
Mijn hondje, Spooky, houdt niet van regen.

1. Mijn hondje
2. Spooky
3. houdt niet
4. regen

Welke zin is de bijzin:
Max schrijft een boek en Lola schildert

1. Max schrijft een boek
2. Lola schildert
3. Er zijn twee hoofdzinnen

Wat is de bwb in de volgende zin:
Als de lente komt dan stuur ik jou een mooie bos bloemen.

1. Als de lente komt
2. dan
3. een mooie bos bloemen
4. mooie

Wat is de bijv.bijzin in de volgende zin:
Van de twee taarten kiest Femke deze, die ze het lekkerst vindt.

1. twee
2. taarten
3. deze
4. die ze het lekkerst vindt

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
Hij heeft zich aangekleed.

1. Hij
2. heeft aangekleed
3. zich
4. geen lv

Welk voorzetsel hoort op de puntjes: Bij Nederlands verdiepen wij ons ... grammatica

1. op
2. tegen
3. in
4. over

Wat is het wg/ng in deze zin:
De agent is geduldig gebleven.

1. is geduldig
2. is gebleven
3. geduldig gebleven
4. is geduldig gebleven

Wat is de bijstelling?
Op de Klimboom, een basisschool, hebben ze een voorleeswedstrijd.

1. de Klimboom
2. een basisschool
3. ze
4. een voorleeswedstrijd

Wat is de bijv.bep in de volgende zin:
Ik ben met de zeer moeilijke opleiding gestopt.

1. zeer moeilijke
2. moeilijke
3. zeer moeilijke opleiding
4. moeilijke opleiding

Welk werkwoord heeft GEEN vast voorzetsel?

1. hebben
2. zorgen
3. rekenen
4. twijfelen

Wat is het obwb in deze zin:
De trol slaapt onder een hele grote brug.

1. Trol
2. onder
3. hele grote
4. hele

Welke zin is de bijzin:
Doordat Riks te laat vertrok, miste hij zijn trein...

1. Doordat Riks te laat vertrok
2. miste hij zijn trein.
3. Er zijn twee hoofdzinnen

Combineer de uitleg en het juiste onderdeel.

Staat vaak tussen komma's en duidt hetzelfde object aan als de woorden ervoor: Max, mijn beste vriend.

Dit zegt iets over de kern als het een znw of een vnw is: een Engels kasteel

Dit zegt iets over een kern dat geen znw of vnw is: een groot Engels kasteel.

Bijv.bep

Bijst.

Obwb

Wat is de bijv.bijzin in de volgende zin:
In het hotel, die bovenaan de heuvel staat, zijn de mooiste kamers.

1. Hotel
2. die bovenaan de heuvel staat
3. zijn de mooiste kamers
4. mooiste

Welke rol heeft de bijzin in de volgende zin:
Iemand die zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

1. Onderwerpszin
2. Lijdendvoorwerpzin
3. Meewerkendvoorwerpzin
4. Bijwoordelijkebepalingzin

Ik scoor een voldoende op de toets!

Aan de slag

Je mag kiezen hoe je de rest van je tijd besteedt:

1. Online maken §15 ZD mixopdrachten

2. Online oefenen specifiek onderdeel. Ga hiervoor naar de paragraaf en klik niet op Start, maar rechts op Trainen.

3. Oefenen met opdrachten in je boek.

Heb je nog vragen over zinsdelen, stel ze nu!