Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
A2A regels zwakke werkwoorden
A2A zwakke werkwoorden
in de o.t.t.
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
A2A zwakke werkwoorden
in de o.t.t.
Slide 1 - Diapositive
A2A zwakke werkwoorden
in de o.t.t.
Slide 2 - Diapositive
Wat betekend o.t.t?
Slide 3 - Question ouverte
De stam van een werkwoord
De
stam
van het werkwoord is het werkwoord
zonder –(e)n
:
spiel
en
dusch
en
segel
n
Slide 4 - Diapositive
De stam van een werkwoord
Soms eindigt de stam op een s-klank, een -d of een -t:
- op een s-klank (s, ss, ß, x of z), bijv.:
reis
en
hei
ß
en
- op een –d of –t, bijv.:
ret
t
en
meld
en
Slide 5 - Diapositive
De basisvervoegingen
Slide 6 - Diapositive
De standaardvervoeging
Ezelsbruggetje voor standaardvervoeging: feesttenten
De uitgangen van „wohnen“ op een rijtje= FEESTTENTEN
FE gaan weg: E – ST – T – EN – T – EN
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is de stam van het ww. rollen?
A
rol
B
roll
C
ro
D
rolle
Slide 10 - Quiz
Wat is de stam van het ww. mauern?
A
mauer
B
mauere
C
maure
D
maur
Slide 11 - Quiz
Wat is de stam van het ww. spielen?
A
spiele
B
spielst
C
spiel
D
spie
Slide 12 - Quiz
Wat is de stam van het ww. bekommen?
A
bekomme
B
bekomm
C
bekom
D
bekommen
Slide 13 - Quiz
spielen Ich ____ Klavier.
A
spielst
B
spielt
C
spiele
D
spielen
Slide 14 - Quiz
vertrauen Du ____ ihm.
A
vertraue
B
vertraut
C
vertraust
D
vertrauen
Slide 15 - Quiz
melden Ich ____ das dem Lehrer.
A
melde
B
meldet
C
melden
D
meldest
Slide 16 - Quiz
arbeitet Ihr ____ sehr viel.
A
arbeite
B
arbeiten
C
arbeitet
D
arbeitest
Slide 17 - Quiz
telefonieren Meine Mutter ____ die ganze Zeit.
A
telefonier
B
telefoniert
C
telefone
D
telefoniere
Slide 18 - Quiz
machen Meine Eltern ____ eine Reise.
Slide 19 - Question ouverte
heißen Wie ____ du?
A
heißt
B
heißet
C
heißst
D
heißen
Slide 20 - Quiz
reden Herr Braun, Sie ____ sehr laut.
A
redet
B
rede
C
reden
D
redest
Slide 21 - Quiz
regeln Du ____ die Fahrt nach Köln.
Slide 22 - Question ouverte
chatten Erik ____ zu viel.
A
chatte
B
chattet
C
chattest
D
chatten
Slide 23 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
21-3-22
Juin 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Kapitel 1.2: Zwakke werkwoorden o.t.t.
Novembre 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Trabi KM2 Kap 7
Avril 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
Duits uitleg zwakke ww t.t. met uitzonderingen
Mars 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Duits uitleg zwakke ww t.t. met uitzonderingen
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
O.t.t. van zwakke werkwoorden
Septembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Zwakke ww stam sisklank
Août 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Duits uitleg zwakke ww t.t. met uitzonderingen
Septembre 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2