BEELDSPRAAK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

BEELDSPRAAK

LETTERLIJK                                                               FIGUURLIJK

Lesdoel

Herhaling begrippen die je uit een verhaal moet kunnen halen.

Toets Fictie

Op de toets moet je de volgende begrippen uit een verhaal kunnen halen:

1. Setting/ sfeer (plaats, tijd, omstandigheden)

2. Perspectief

3. Tijd (chronologisch, tijdsprongen)

4. Spanning (actie en psychologisch)

5. Beeldspraak (personificatie, vergelijking, uitdrukking)

Wat is beeldspraak?

Beeldspraak:

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Een beeld roept een bepaald gevoel op en je vergelijkt iemand of iets (object) daarmee.

Soorten beeldspraak:

• Vergelijking
• Uitdrukking
• Personificatie

vergelijking

WERKELIJKHEID (OBJECT)                                             BEELD

KAREL EN JAN lijken als TWEE DRUPPELS WATER op elkaar.            vergelijking met als

GAVIN, EEN HELD OP SOKKEN, woont in die straat.

    vergelijking zonder als

Maak een vergelijking met een slak.

Uitdrukking/spreekwoord
(vaste combinatie van woorden)

Ook een vorm van beeldspraak

Hij moet lachen als een boer met kiespijn 
Ze heeft de wind in de zeilen
Sparta zit in de hoek waar de klappen vallen. 

Personificatie

Je geeft een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen.

Bijvoorbeeld:

- De zon doet zijn best tevoorschijn te komen

- Die kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.
-Gevaar loert om de hoek

wat is een personificatie

1. het schip danste op de golven
2. de lange verdediger versterkte de luchtmacht voorin
3. je maakt van een mug een olifant
4. geen van deze

Bij een vergelijking heb je....

1. een object (de werkelijkheid) en een beeld
2. alleen maar een beeld
3. een kenmerk van een persoon op een levenloos ding

Wat is een voorbeeld van personificatie?

1. Hij is zo sterk als een beer
2. Hij zou haar vast en zeker hebben betaald
3. Heel Nederland is aan het klussen
4. Papier is geduldig

Hij is zo sterk als een beer.

1. metafoor
2. vergelijking
3. personificatie

Leon, een boom van een vent, sloeg de inbreker neer.

1. Uitdrukking
2. vergelijking
3. personificatie

De kerktoren kijkt uit over de hele stad.

1. uitdrukking
2. vergelijking
3. personificatie

Esmeralda is een draak van een vrouw.

1. letterlijk
2. uitdrukking
3. personificatie
4. vergelijking

De zon lachte hem stralend toe.

1. vergelijking
2. uitdrukking
3. personificatie