H3_Kleidung_Lesen_B

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Inhalt dieser Stunde
1.   Lernziele dieser Woche
2.  B. Markenkleider oder No-Name?
3.  Grammatik: Trappen van vergelijking
4. Aufgaben diese Woche

Slide 2 - Diapositive

1. Lernziele Woche 38
Aan het eind van de week kan ik ...
  • … mijn voorkennis bij het thema merkkleding gebruiken, om een leestekst te begrijpen. 
  • .... de trappen van vergelijking toepassen en mijn mening geven over mode en kleding.
  • ... mode en kleding beschrijven en zeggen wat ik leuk vind.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

2. Markenkleidung oder No-Name?
Beantworte die folgenden Fragen:

Slide 6 - Diapositive

Ich bekomme Taschengeld und muss meine Kleidung selbst bezahlen.
A
ja
B
nein

Slide 7 - Quiz

Hier kaufe ich meine Kleidung.

Slide 8 - Question ouverte

Markenkleidung ist wichtig.
A
ja
B
nein

Slide 9 - Quiz

Diese Marken trage ich gern.

Slide 10 - Carte mentale

2. Markenkleidung oder No-Name?
1. Vorkenntnisse aktivieren - Textbuch, Seite 45
Wir lesen gleich den Text "Markenkleidung oder No-Name?" aus "Dein Spiegel". Schaue dir den Titel, den Text und das Bild an. 
Was weißt du schon über das Thema des Textes?


Slide 11 - Diapositive

1. Vorkenntnisse aktivieren
Titel - Text - Bild
Das weiß ich schon über das Thema/den Text:

Slide 12 - Question ouverte

2. Markenkleidung oder No-Name?
2. Text lesen  - Arbeitsbuch, Seite 59
Aufgabe: Lies den Text und unterstreiche schwierige Wörter.


Slide 13 - Diapositive

2. Markenkleidung oder No-Name?
Emil
Ich weiß, Markenklamotten kosten mehr als normale Klamotten. Ich mag aber gern Puma. Die Schuhe sind bequemer als andere Turnschuhe und sehen am coolsten aus. Das Puma-Zeichen ist wichtig für mich, aber ich bekomme leider nur ein Paar Puma-Schuhe pro Jahr, nämlich zu meinem Geburtstag. 
Klamotten
Klamotten komt 2x terug in deze tekst. 

Aanwijzing: tekst gaat over 'Markenkleidung'. Markenkleidung = merkkleding > Kleidung = kleding
Markenklamotten = merkkleding > Klamotten = kleding
bequemer
bequemer (bequem)

Dit woord zegt iets over de Puma-schoenen. Emil vertelt dat hij Puma een tof merk vindt. Hij vindt de Puma-schoenen cooler dan andere sneakers. Hieruit kun je opmaken dat 'bequem' een positieve betekenis heeft. 

Bequem = comfortabel
leider
leider

Emil heeft verteld dat hij graag Puma-schoenen draagt. Hij vindt het merkteken van Puma heel belangrijk (wichtig). Hij krijgt (bekomme) één paar schoenen per jaar op zijn verjaardag. Het woord 'leider' geeft aan wat hij hiervan vindt. Hij vindt dit jammer. 

leider = helaas

Slide 14 - Diapositive

Emil mag keine Markenklamotten.
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quiz

Emil bekommt zu seinem Geburtstag immer Schuhe.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quiz

2. Markenkleidung oder No-Name?
Tim
Ich gehe nicht so gern shoppen. Das ist voll langweilig. Aber Secondhand kaufen finde ich super! Ich finde die Klamotten origineller als die Mode in Markenläden. 
langweilig
Tim vertelt dat hij shoppen niet graag doet. Met het woord 'langweilig' geeft hij aan wat hij precies van shoppen vindt. Als je niet weet dat 'langweilig' 'saai' betekent, kun je wel achterhalen dat het woord een negatieve betekenis heeft. 
aber
aber

De derde zin begint met het woord 'aber' (= 'maar'). Hierna volgt een tegenstelling: tweedehandskleding vindt hij wel heel erg leuk!

Slide 17 - Diapositive

Tim findet shoppen gehen toll.
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quiz

Tim trägt gern gebrauchte Kleidung.
A
richtig
B
falsch

Slide 19 - Quiz

2. Markenkleidung oder No-Name?
Marlene
Ich gehe jede Woche mit meinen Freundinnen shoppen. Ich muss aber alles mit meinem Taschengeld zahlen und Markenklamotten sind oft sehr teuer. Eine neue Levis-Jeans kostet mindestens 120 Euro. Aber ich mag Markenklamotten lieber als No-Name. Mit Markenklamotten finde ich mich einfach schöner und die Qualität ist oft besser. 
teuer
Marlene vertelt dat ze elke week met vrienden gaat shoppen. Ze moet haar kleding zelf betalen (Taschengeld). Dan vertelt ze iets over merkkleding en dat dat 'teuer' is. Doordat je voor het lezen van de tekst eerst al nagedacht hebt over het onderwerp, heb je misschien bedacht dat merkkleding duur is. In de zin erna wordt nog een voorbeeld gegeven: ... 120 Euro... 

'teuer' = 'duur' 

Slide 20 - Diapositive

Marlene geht gerne shoppen.
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quiz

Marlenes Eltern bezahlen ihre Kleidung nicht.
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quiz

2. Markenkleidung oder No-Name?
Sarah
Schöne Klamotten sind wichtig für mich. Aber Stil und Qualität sind wichtiger als die Marke. Ein einfaches schwarzes Hemd finde ich besser als ein teures T-Shirt mit einem banalen Logo. 80 Euro für einen Pulli oder 160 Euro für eine Jacke? Nein, danke, das finde ich blöd...
wichtig
'wichtig' zegt iets over 'schöne Klamotten'. 
De tekst gaat over 4 jongeren die vertellen wat (merk-)kleding voor hen betekent. In deze context betekent 'wichtig' dus 'belangrijk'. 
einfaches
einfaches (einfach)

Dit woord zegt iets over het zwarte Hemd. Het zwarte hemd wordt in de tekst vergeleken met een t-shirt met een logo. In die vergelijking is een zwart hemd eenvoudig/simpel. 

einfach = eenvoudig/simpel

Slide 23 - Diapositive

Sarah findet Qualität nicht so wichtig.
A
richtig
B
falsch

Slide 24 - Quiz

Sarah gibt nicht gerne viel Geld für ihre Kleidung aus.
A
richtig
B
falsch

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

3. Trappen van vergelijking
3. Arbeitsbuch, Seite 60
viel - mehr - am meisten
bequem - bequemer - am bequemsten
cool - cooler - am coolsten
originell - origineller - am originellsten
gern - lieber - am liebsten
schön - schöner - am schönsten
gut - besser - am besten
wichtig- wichtiger - am wichtigsten

Slide 27 - Diapositive

3. Trappen van vergelijking
4. Text lesen  - Arbeitsbuch, Seite 59
Aufgabe: Unterstreiche die trappen van vergelijking im Text.




Slide 28 - Diapositive

3. Trappen van vergelijking
Der Pullover ist genauso schön wie das T-Shirt 
De trui is evenzo mooi als het t-shirt. (stellende trap)

Die Bluse ist schöner als das T-Shirt. 
De blouse is mooier als het t-shirt. (vergrotende trap)

Das Karohemd ist am schönsten. 
Het geruite overhemd is het mooist. (overtreffende trap)
Bestudeer de grammatica goed op blz. 51 in jouw tekstboek voordat je verder werkt in het werkboek!

Slide 29 - Diapositive

Textbuch, Seite 51

Slide 30 - Diapositive

Op weg naar de tussentoets
Schrijfopdracht: Nadat je een tekst hebt uitgewerkt over jouw outfit en ook een tekst hebt geschreven waar je het outfit van iemand anders beschrijft, ga je nu aan de slag outfits of kledingstukken met elkaar te vergelijken. Probeer met de trappen van vergelijking te werken en ook jouw mening te geven.

Slide 31 - Diapositive

4. Aufgaben dieser Woche
Aufgaben im Arbeitsbuch ( S. 59 - 62):
  • B. Aufgabe 1 bis 9 
  • C. Aufgabe 1 und 2 
  • Uitwerken van een tekst waar je outfits of kledingstukken met elkaar vergelijkt met de trappen van vergelijking. Geef ook jouw mening!


Slide 32 - Diapositive