H4.5 Onderzoek naar evolutie

Basisstof 5






onderzoek naar evolutie
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 5






onderzoek naar evolutie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap;

  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsel van de mens en van verschillende diersoorten;

  • Je kunt een stamboom aflezen en construeren. 

Slide 2 - Diapositive

Onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:

  • Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen)
  • Door onderzoek naar rudimentaire organen 
  • Door onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (eiwitten, RNA, DNA of celmembranen/celwanden)

Slide 3 - Diapositive

Homologe organen

Slide 4 - Diapositive

Homologe organen
Hebben een overeenkomstige grondvorm door verwantschap; de functie kan verschillen

Slide 5 - Diapositive

Analoge organen 
 
Wat is het verschil met homologe organen?

Slide 6 - Diapositive

Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Slide 7 - Diapositive

Analoge organen
hebben een overeenkomstige vorm door overeenkomst in functie, niet door verwantschap

Slide 8 - Diapositive

Samenvatting

Slide 9 - Diapositive

Zijn de voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 10 - Diapositive

De voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 11 - Quiz

Zijn de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 12 - Diapositive

De vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 13 - Quiz

De poten van insecten en de poten van zoogdieren zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 14 - Quiz

Wat zijn rudimentaire organen? 

Slide 15 - Diapositive

Rudimentair orgaan
Een orgaan dat geen functie (meer) heeft.

Bij verre voorouders had zo'n orgaan nog wel een functie maar die is verloren gegaan tijdens de evolutionaire ontwikkeling.





Voorbeelden:

    het stuitbeentje bij de mens (ooit de aanleg van een staart)
    de verstandskiezen bij de mens
    pootresten bij slangen


Slide 16 - Diapositive

Rudimentaire organen

Slide 17 - Diapositive

Welke van de volgende organen zijn rudimentair?
A
De staartwervels van een mens.
B
De vleugels van een vleermuis.
C
De vleugels van een insect.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Biochemie en verwantschap
  • bouw van verschillende organismen
  • fossielen vergelijken
  • overeenkomst in DNA of eiwitten 

Slide 20 - Diapositive

Stamboom aflezen
Met een stamboom kunnen wij de verwantschap  tussen soorten bekijken

Slide 21 - Diapositive

Stamboom aflezen

Slide 22 - Diapositive

Stamboom aflezen
langer geleden

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 25 - Diapositive

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 26 - Diapositive

Fossielen
  • Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.
  • Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

  • De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen'  zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).

Slide 27 - Diapositive

Ontstaan van fossielen

Slide 28 - Diapositive

Bekijk de stamboom van slangensoorten.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 29 - Quiz

Welke organismen zijn meer verwant?
A
schildpad - duif
B
duif - konijn

Slide 30 - Quiz

Zelf werken

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Opdrachten
Je maakt opdracht: 
70, 72, 74, 78 en 82






Slide 37 - Diapositive