Bs. 5: Onderzoek naar evolutie

Basisstof 5






onderzoek naar evolutie
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 5






onderzoek naar evolutie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap;

  • Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsel van de mens en van verschillende diersoorten;

  • Je kunt een stamboom aflezen en construeren. 

Slide 2 - Diapositive

Onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:

  • Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen)
  • Door onderzoek naar rudimentaire organen 
  • Door onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (eiwitten, RNA, DNA of celmembranen/celwanden)

Slide 3 - Diapositive

Homologe organen

Slide 4 - Diapositive

Homologe organen
Hebben een overeenkomstige grondvorm door verwantschap; de functie kan verschillen

Slide 5 - Diapositive

Analoge organen 
 
Wat is het verschil met homologe organen?

Slide 6 - Diapositive

Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.

Slide 7 - Diapositive

Analoge organen
hebben een overeenkomstige vorm door overeenkomst in functie, niet door verwantschap

Slide 8 - Diapositive

Samenvatting

Slide 9 - Diapositive

Zijn de voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 10 - Diapositive

De voorpoot van een krokodil en de voorpoot van een mol zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 11 - Quiz

Zijn de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg homologe of analoge organen? Leg uit

Slide 12 - Diapositive

De vleugel van een vleermuis en de vleugel van een vlieg zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 13 - Quiz

De poten van insecten en de poten van zoogdieren zijn:
A
Homologe organen
B
Analoge organen

Slide 14 - Quiz

Wat zijn rudimentaire organen? 

Slide 15 - Diapositive

Rudimentair orgaan
Een orgaan dat geen functie (meer) heeft.

Bij verre voorouders had zo'n orgaan nog wel een functie maar die is verloren gegaan tijdens de evolutionaire ontwikkeling.





Voorbeelden:

    het stuitbeentje bij de mens (ooit de aanleg van een staart)
    de verstandskiezen bij de mens
    pootresten bij slangen


Slide 16 - Diapositive

Rudimentaire organen

Slide 17 - Diapositive

Welke van de volgende organen zijn rudimentair?
A
De staartwervels van een mens.
B
De vleugels van een vleermuis.
C
De vleugels van een insect.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Biochemie en verwantschap
  • bouw van verschillende organismen
  • fossielen vergelijken
  • overeenkomst in DNA of eiwitten 

Slide 20 - Diapositive

Stamboom aflezen
Met een stamboom kunnen wij de verwantschap  tussen soorten bekijken

Slide 21 - Diapositive

Stamboom aflezen

Slide 22 - Diapositive

Stamboom aflezen
langer geleden

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 25 - Diapositive

Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit

Slide 26 - Diapositive

Bekijk de stamboom van slangensoorten.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 27 - Quiz

Welke organismen zijn meer verwant?
A
schildpad - duif
B
duif - konijn

Slide 28 - Quiz

Zelf werken

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

Ik heb de leerdoelen van deze les onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Opdrachten
Je maakt opdracht: 
48, 49, 50, 51 






timer
12:00

Slide 35 - Diapositive