3H les 8

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3H - Les 8

Programme

- Samen opstarten bron G (Werkwoorden)

- Zelfstandig werken aan opdrachten bron G (= ex. 26)

Klaar met ex. 26 (en natuurlijk het huiswerk voor vandaag, 22 t/m 25)? Laat het aan mij zien. 

Alles goedgekeurd? Dan mag je economie (of ander vak) leren. 

Bron G (p. 13 tekstboek)

In deze bron leren we 5 werkwoorden: 

- partir (vertrekken)

- dormir (slapen)

- sortir (uitgaan)

- servir (dienen)

- sentir (voelen, ruiken)

Bron G (p. 13 tekstboek)

Je moet deze werkwoorden kennen in de volgende vormen:

- présent (ik vertrek)

- passé composé (ik ben vertrokken)

- imparfait (ik vertrok)

- futur simple (ik zal vertrekken)

Bron G (p. 13 tekstboek)

Alle vijf werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. 

We gaan alle 4 de werkwoordstijden even af.

Présent

Partir

je pars

tu pars

il part

nous partons

vous partez

ils partent

Servir

je ...

tu ...

il ...

nous ...

vous ...

ils ...

Partir

je pars

tu pars

il part

nous partons

vous partez

ils partent

Servir

je sers

tu sers

il sert

nous servons

vous servez

ils servent

Passé composé

Let op!!!

Voor de ww partir en sortir gebruik je hulpww ÊTRE

Voor de ww dormir, servir en sentir gebruik je hulpww AVOIR

(Alles is net als in het Nederlands)

Ik ben vertrokken, ik ben uitgegaan. Ik heb geslapen, ik heb geroken/gevoeld en ik heb gediend.

Partir

Je suis parti(e)

Tu es parti(e)

il est parti

Elle est partie

Nous sommes parti(e)s

Vous êtes parti(e)(s)

Ils sont partis

Elles sont parties

Dormir

je ...

tu ...

il ...

elle ...

nous ...

vous ...

ils ...

elles ...

Imparfait

Nous-vorm van de présent, -ons, + onderstaande uitgangen

je ____ ais

tu _____ ais

Il/elle/on ________ait

Nous ____ ions

Vous ____ iez

Ils ____ aient 

Futur simple

Hele ww + uitgangen

je _________ -ai

tu ________-as

il/elle/on _________-a

nous __________-ons

vous ___________-ez

ils/elles __________-ont

Tip

Als je een bepaalde ww-vorm wil checken (bv. bij het leren), kun je altijd Googlen, bijvoorbeeld:

partir conjugaison (vervoeging)

Hier vind je alle vormen om te controleren of je het goed hebt gedaan.

Let wel op: je moet de logica er achter natuurlijk wel snappen, anders wordt het bij de toets erg lastig. Is dus als controle, niet als enige stap.

Tip voor de toets (of nu)

Schrijf alle 5 de werkwoorden eens helemaal uit in alle 4 de werkwoordstijden. 

Check daarna in de conjugaison online of je het goed hebt gedaan. Dan weet je zeker dat je alles goed beheerst. 

Nu maken: ex. 26c t/m f

• 26c: sortir in passé composé (let op uitgangen!)
• 26d: alle werkwoorden in présent
• 26e: alle werkwoorden in passé composé of imparfait
• 26f: alle werkwoorden in futur simple

Klaar? Laat het door mij checken. 

Goedgekeurd? Dan mag je leren voor economie.