Een tuin verzorgen

Een tuin verzorgen
In dit hoofdstuk leer je:
Wat is een siertuin
Wat is een moestuin
Wat leeft er in een tuin
Welke tuingereedschappen gebruik je
Welk werk doe je in een tuin

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een tuin verzorgen
In dit hoofdstuk leer je:
Wat is een siertuin
Wat is een moestuin
Wat leeft er in een tuin
Welke tuingereedschappen gebruik je
Welk werk doe je in een tuin

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Wat zie je in een siertuin?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen een siertuin en een moestuin?

Slide 5 - Question ouverte

Wat zie je in een moestuin?

Slide 6 - Carte mentale

Biodiversiteit- Leven in de tuin

Slide 7 - Diapositive

Veldmuis

Slide 8 - Diapositive

In een tuin leven veel dieren

Slide 9 - Diapositive

Regenworm
Regenworm: Man of vrouw?

 De gewone regenworm heeft vijf paar harten, en dus tien harten in totaal! 
Een regenworm geen longen maar kan hij gewoon door zijn dunne huid ademen. 
Hij beweegt door middel van borstels, die hebben een handige voor- en achteruitstand. 
Als een vogel hem probeert te vangen kan hij zich zelfs met deze borstels in de grond vastzetten zodat hij moeilijk te pakken is. 
Een regenworm heeft geen tanden. Hij eet zijn voedsel met zand en al, waardoor het voedsel door het zand in zijn maag vermalen wordt. Het zand poept hij weer uit. 
Een regenworm is zowel een man als vrouw!

Slide 10 - Diapositive

Regenworm

Slide 11 - Diapositive

Mier
Mieren

Slide 12 - Diapositive

Mier



Een mier hoeft maar één keer per twee minuten adem te halen. Daarnaast kunnen ze gapen wanneer ze moe zijn en rekken ze zichzelf uit bij het opstaan. 
Een mier heeft twee magen. 

Slide 13 - Diapositive

Spin

Slide 14 - Diapositive

Spin

Iedereen weet dat een spin zijn eigen web maakt, maar hoe doet hij dit precies?
 Het kost ze maar één uur om een heel nieuw web te bouwen. 
Dit doen ze dit elke ochtend opnieuw. 
Als ze een heel nieuw web willen maken dan rollen ze eerst hun oude web op tot een bol en eten dat vervolgens op. 
De lichaamssappen zorgen ervoor dat het bolletje weer vloeibaar wordt. 
De zijde, waar de draden van het web zijn gemaakt, is zo sterk dat het als het sterkste materiaal op de wereld wordt beschouwd. 

Slide 15 - Diapositive

Slak

Slide 16 - Diapositive

Slak

De meeste slakken zijn hermafrodiet, dit betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen bezitten. Sommige slakken leven alleen en kunnen zich voortplanten zonder dat ze daar een andere slak bij nodig hebben!

Geloof het niet of niet, maar een slak heeft meer tanden dan een haai! Een slak kan wel meer dan 25.000 tanden hebben en haaien hebben er ‘maar’ 3.000. 
De slak verstopt al deze kleine tandjes op zijn tong en schraapt hiermee kleine stukjes van de blaadjes af die hij zo opeet. 
Ooit afgevraagd waarom er zoveel gaten in de bladeren van je planten zitten? 


Slide 17 - Diapositive

Naaktslak

Slide 18 - Diapositive

Naaktslak


Vroeger bestond er maar een soort slak, namelijk de huisjesslak. 
Door de jaren heen hebben ze hun huisje verloren waardoor de naaktslak is ontstaan. 
Je kan dit nog steeds zien aan hun rug. 
Hier zit een bobbel waar vroeger het huisje aan vast heeft gezeten. 

Slide 19 - Diapositive

Hoe heet dit dier?
A
Egel
B
Naaktslak
C
Huisjesslak
D
Spin

Slide 20 - Quiz

Wat doet dit dier in de tuin?
A
Lekker chillen
B
Het eet alle oude planten op
C
Maakt de grond luchtig
D
Jaagt mensen weg

Slide 21 - Quiz

Hoe maakt een spin een web

Slide 22 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen een huisjesslak en een naaktslak?

Slide 23 - Question ouverte