overal slakken AA

Slakken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolVoortgezet speciaal onderwijsWOMiddelbare schoolSpeciaal OnderwijsBeroepsopleidingHBO

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slakken

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al
over slakken?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is het nieuws over naaktslakken?
Lees de inleiding

Slide 3 - Question ouverte

Lees het stukje Vochtig en niet zo warm.
Er zijn nu heel veel naaktslakken.
Hoe komt het dat je nu veel slakken ziet?
A
.Het is vochtig.
B
Je ziet veel egels, padden en zanglijsters.
C
Slakken leggen veel eitjes en die komen nu uit.
D
Het is warm.

Slide 4 - Quiz

Waarom zijn huisjesslakken wel fijn voor je tuin en naaktslakken niet?
A
omdat ze groene planten eten
B
omdat ze 'alles' opeten
C
omdat ze veel poepen
D
omdat hun slijm giftig is

Slide 5 - Quiz

Wat vind jij van slakken?

Slide 6 - Question ouverte

Waarom zijn slakken juist goed?
A
Ze ruimen rommel op.
B
Ze zijn voedsel voor de vogels en egels.
C
Ze eten dode bladeren op.
D
Wat ze uitpoepen is voeding voor de plant.

Slide 7 - Quiz

Hoe komen de kinderen van de Wielewaal van de naaktslakken in de schooltuin af?
A
Ze pakken de naaktslakken op en zetten ze in een emmer en brengen ze naar de moestuin.
B
Ze vangen alle naaktslakken met een emmer en maken ze dan dood.
C
Ze vangen de naaktslakken, stoppen ze in een emmer en laten ze ergens anders weer vrij.

Slide 8 - Quiz

Wat is geen diervriendelijke manier om slakken uit je tuin te krijgen?

Slide 9 - Question ouverte

Lees regel 8 en 9. Daar staat: Dat vinden slakken fijn?

Wie of wat wordt bedoeld met Dat?
A
Ieder jaar komen rond deze tijd de slakken tevoorschijn (regel 7)
B
Maar het zijn er nu wel heel veel (regel 7 en 8)
C
Het is vochtig en nog niet zo heel warm (regel 8)

Slide 10 - Quiz

Lees regel 17. Daar staat: Zij zijn fijn voor je tuin.

Wie of wat wordt bedoeld met Zij?

Slide 11 - Question ouverte

Lees regel 20 en 21. Daar staat: ‘Alles wat ik probeer te kweken, eten ze op’, moppert hij

Wie of wat wordt bedoeld met ze? Schrijf het zelf op

Slide 12 - Question ouverte

Lees regel 25. Daar staat: En ze laten de dieren verderop vrij.

Wie of wat wordt bedoeld met ze? Schrijf het zelf op:

Slide 13 - Question ouverte

Lees regel 32 en 33. Daar staat: Daar houden slakken ook niet van. Wat wordt bedoeld met Daarvan? Waar houden slakken ook niet van?
A
gif dat je in de winkel kunt kopen (regel 29)
B
rode pepers of knoflook in de grond (regel 32)
C
planten die heel sterk ruiken (regel 31 en 32)

Slide 14 - Quiz