hoofdstuk 6: hoe worden wetten gemaakt?

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

www.google.com

Nakijken huiswerkopdrachten

De opdrachten die je gemaakt hebt van hoofdstuk 1 t/m 5

Antwoorden staan in LessonUp

Als je klaar bent: schrijf uit de begrippenlijst de woorden op die je niet kent

Samen kijken naar een fragment van Zondag met Lubach.

Schrijf alle woorden op die voorbij komen die je niet begrijpt

Puur uit nieuwsgierigheid: hiermee kan ik namelijk rekening houden met de voorbereiding op toetsen

Waaruit bestaat het parlement?

1. Eerste en Tweede Kamer
2. De Tweede Kamer + ministers
3. De gemeente, provincie en het Rijk
4. Politici

Welke twee taken heeft het parlement?

Parlement

Eerste + Tweede Kamer

Eerste Kamer: indirect gekozen door Provinciale Staten
Tweede Kamer: direct gekozen door burgers

zie je het verschil tussen indirect en direct?

indirect wil dus zeggen: niet meteen door de burger, maar via een tussenstop: in dit geval de Provinciale Staten

Taken parlement

- (mede) wetgeving

- Controleren van ministers

Bestuurs-vormen	Volks vertegen woordiging	Dagelijks bestuur	Belangrijke rol in het bestuur
Landelijk
Provincie
Gemeente

eindexamensite: nl als parl dem. vraag 13, 16 en 18

Bestuursniveau	Volks vertegen woordiging	Dagelijks bestuur	Belangrijke rol in het bestuur
Landelijk	Parlement	Kabinet/ regering	Minister- president
Provincie	Provinciale staten	Gedeputeerde Staten	Commissaris van de Koning
Gemeente	Gemeenteraad	College van B en W	Burgemeester

Eerste en Tweede Kamer

Het aantal leden hangt af van het aantal inwoners van een Provincie. Drenhte heeft 41, Noord-Holland 51

Heeft altijd twee hoofdtaken:

- het controleren van het dagelijks bestuur

- het stemmen over wetsvoorstellen

benoemt door de Koning, voor periode van 6 jaar. 

wethouders worden gekozen door de gemeenteraad. 

de burgemeester wordt aangesteld door de regering (op aanbeveling van de gemeenteraad)

zij worden gekozen door de PS

Het verschil tussen kabinet (ministers en staatsecretarissen) en regering (ministers en Koning) is klein maar wel belangrijk. 

Wie ministers worden hangt af van welke partijen de coalitie vormen

Net als PS wisselt het aantal leden. Hoe meer inwoners, hoe meer leden. 

Rechten parlement
wetgevende taak

Stemrecht
Recht van initiatief
Recht van amendement

Budget/Begrotingsrecht

De jaarlijkse begroting die de regering maakt wordt goed/afgekeurd door het parlement. De Tweede Kamer kan de begroting ook nog wijzigen, dat kan de Eerste Kamer niet. 

het aanpassen van een bestaande wet of wetsvoorstel noem je een amendement. Tweede Kamerleden hebben dit recht. Eerste Kamerleden niet. 

Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen indienen. Eerste Kamerleden hebben dat recht niet. De donorwet is een bekende wet die via het recht van initiatief tot stand gekomen is

Zowel de Eerste Kamerleden (75) als de Tweede Kamerleden (150) mogen stemmen over wetsvoorstellen. Je hebt een meerderheid nodig om de wet er in die kamer door te krijgen

Rechten parlement
Controlerende taak

Vragenrecht
Recht van interpellatie
Recht van enquête
Budgetrecht
Recht van motie

Ieder Kamerlid mag de minister vragen stellen. De minister moet binnen drie weken antwoord geven

De minister moet naar het parlement komen om vragen te beantwoorden. Minstens 30 kamerleden moeten de aanvraag hiervoor steunen

Iets moet tot op de bodem worden uitgezocht! Er wordt een speciale commissie opgesteld. Onder ede vragen beantwoorden.

Het recht om de jaarlijkse begroting goed of af te keuren

Mening over het beleid van de minister. In het ergste geval steunt de meerderheid dit en moet de minister aftreden bij een motie van wantrouwen

Nieuwe wetgeving

Of het nu over de alcoholleeftijd gaat, de donorwet of gratis zwemlessen, nieuwe wetgeving is hiervoor noodzakelijk. Maar hoe gaat dat eigenlijk?

Hoe komt een nieuwe wet tot stand?

Hoofdstuk 6: zelfwerkzaamheid

Maken: opdracht 1, 2 en 3 hoofdstuk 6

Klaar? Ga naar eindexamensite om te oefenen met:

Oefentoets politiek bestuur, besluitvorming en stromingen