1B - les 23, 24 & 25 - 2.2 (grammatica) + 2.3

Hi, 1B :)
Pak je boeken en open LessonUp!
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hi, 1B :)
Pak je boeken en open LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

Today / This week

Today is Monday, November 7th (seventh).
Monday 7th
les
Tuesday 8th
les
Wednesday 9th
les

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en zinnen van 2.3 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

Slide 3 - Diapositive

To Do:


  1. Herhaling grammatica 2.2 (TL)
             (HAVO) zelfstandig werken
  2. Zelfstandig werken



Slide 4 - Diapositive

Grammar: a / an
Je zet a voor een woord waarvan de eerste letter klinkt als een medeklinker (b / d / f / k, etc.)
a raincoat            a game             a uniform (joenieform)

Je zet an voor een woord waarvan de eerste letter klinkt als een klinker (a / e / i / o / u)
an apple           an hour (ouwer)          an Xbox (ex box)

Slide 5 - Diapositive

_____ cat
A
A
B
An

Slide 6 - Quiz

_____ aeroplane
A
A
B
An

Slide 7 - Quiz

_____ bottle
A
A
B
An

Slide 8 - Quiz

_____ user
A
A
B
An

Slide 9 - Quiz

Grammar (2): meervoud
Je zet een Engels woord in het meervoud door een -s achter het woord te zetten
one second -> two seconds

Als het woord eindigt op een sis-klank (-s / -sh / -ch / -x) zet je er -es achter.
one bus -> two busses              one Xbox -> two Xboxes

Slide 10 - Diapositive

dog - _____

Slide 11 - Question ouverte

dress - _____

Slide 12 - Question ouverte

flute - _____

Slide 13 - Question ouverte

fox - _____

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 2.3 - opdracht 3 t/m 9 (TL)
                                           opdracht 3 t/m 6 + 8 + 11 (HAVO)
 

Leren: lesson 2.3,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
              lesson 2.3,   zinnen (expressions)

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)


Slide 15 - Diapositive

See you tomorrow, 1B :)

Slide 16 - Diapositive

Hi, 1B :)
Pak je boeken en open LessonUp!

Slide 17 - Diapositive

Today / This week

Today is Tuesday, November 8th (eighth).
Monday 7th
les
Tuesday 8th
les
Wednesday 9th
les

Slide 18 - Diapositive

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en zinnen van 2.3 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

Slide 19 - Diapositive

To Do:


  1. Herhaling grammatica 2.2 (HAVO)
             (TL) zelfstandig werken
  2. Zelfstandig werken



Slide 20 - Diapositive

Grammar: meervoud
Je zet een Engels woord in het meervoud door een -s achter het woord te zetten
one second -> two seconds

Als het woord eindigt op een sis-klank (-s / -sh / -ch / -x) zet je er -es achter.
one bus -> two busses              one Xbox -> two Xboxes

Slide 21 - Diapositive

(HAVO) Grammar: plurals (meervoud)
Enkelvoud
Meervoud
Regel
shirt, shoe
shirts, shoes
Algemene regel: woord + -s
dress, watch
dresses, watches
Woorden die eindigen op een sisklank: woord + -es
baby, lady
babies, ladies
Woorden die eindigen op medeklinker + -y: -y wordt -ies
earmuff, roof
earmuffs, roofs
Woorden die eindigen of -ff / -f :
woord + -s
scarf, life
scarves, lives
Woorden die eindigen of -f / -ff / -fe:
-f(e) wordt -ves
man, foot, child
men, feet, children
Onregelmatig, uit je hoofd leren :)
jeans, trousers, glasses, pyjamas
Woorden die alleen in het meervoud worden gebruikt.

Slide 22 - Diapositive

I need new shoes, my _____ (foot) are too big for these ones!

Slide 23 - Question ouverte

Those ladies are wearing beautiful _____ (dress)

Slide 24 - Question ouverte

My mum likes to wear long _____ (scarf)

Slide 25 - Question ouverte

Grammar: demonstrative pronouns
Je gebruikt de aanwijzende voornaamwoorden om iets 'aan te wijzen' en aan te geven hoe dichtbij of ver weg iets van jou vandaan is.
Dichtbij
Verder weg
Enkelvoud
this
that
Meervoud
these
those

Slide 26 - Diapositive

Grammar: demonstrative pronouns




I want to buy this watch.                     That looks very good on you.
Look at these glasses.                                            Those are fantastic!
Dichtbij
Verder weg
Enkelvoud
this
that
Meervoud
these
those

Slide 27 - Diapositive

I always go to _____ school over there. That's where I take my classes.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 28 - Quiz

Look at _____ dress here! It's really cool.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 29 - Quiz

Are _____ her books on that table?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 30 - Quiz

The clothes in _____ shops over here are very cheap.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 31 - Quiz

Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 2.3 - opdracht 3 t/m 9 (TL)
                                           opdracht 3 t/m 6 + 8 + 11 (HAVO)
 

Leren: lesson 2.3,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
              lesson 2.3,   zinnen (expressions)

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)


Slide 32 - Diapositive

See you tomorrow, 1B :)

Slide 33 - Diapositive

Hi, 1B :)
Pak je boeken en open LessonUp!

Slide 34 - Diapositive

Today / This week

Today is Wednesday, November 9th (nineth).
Monday 7th
les
Tuesday 8th
les
Wednesday 9th
les

Slide 35 - Diapositive

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en zinnen van 2.3 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten.

Slide 36 - Diapositive

To Do:


  1. Expressions - klokkijken + opdr.
  2. Zelfstandig werken



Slide 37 - Diapositive

klokkijken

Slide 38 - Diapositive

Klokkijken

Slide 39 - Diapositive

Practice telling time:

Slide 40 - Diapositive

Zelfstandig werken (huiswerk)
Maken: lesson 2.3 - opdracht 3 t/m 9 (TL)
                                           opdracht 3 t/m 6 + 8 + 11 (HAVO)
 

Leren: lesson 2.3,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)
              lesson 2.3,   zinnen (expressions)

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)


Slide 41 - Diapositive

Ik heb het doel: "Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en zinnen van 2.3 en kan ik deze kennis toepassen in eenvoudige opdrachten" behaald.
Ja, ik ken het en kan het toepassen
Ik ken het een beetje, maar kan het nog niet toepassen
Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen

Slide 42 - Sondage

See you next week, 1B :)

Slide 43 - Diapositive