Kennismaking en introductie in het Duits

Kennismaking en introductie in het Duits

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je jezelf voorstellen en eenvoudige gesprekken voeren in het Duits.

Wat weet je al over Duits, voorstellen en spreken?

Duits leren

Duits is een belangrijke taal in Europa en wordt in verschillende landen gesproken, waaronder Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.

Voorstellen

Bij het voorstellen in het Duits zeg je bijvoorbeeld 'Hallo, ich heiße Anna.' wat betekent 'Hallo, ik heet Anna.'

Begroetingen en afscheid

In het Duits kun je begroeten met 'Guten Morgen' (goedemorgen), 'Guten Tag' (goedendag) en afscheid nemen met 'Auf Wiedersehen' (tot ziens).

Eenvoudige gesprekken

Leer eenvoudige zinnen en vragen zoals 'Wie geht es dir?' (Hoe gaat het met jou?) en 'Was machst du gern?' (Wat doe je graag?).

Uitspraak

Let op de uitspraak van de letters en klanken in het Duits, zoals de 'ch' klank in 'ich' en 'nach'.

Woordenschat

Bouw een basiswoordenschat op voor dagelijkse gesprekken, zoals getallen, kleuren, en eenvoudige werkwoorden.

Praktijk

Oefen regelmatig met het spreken en voorstellen in het Duits, bijvoorbeeld met klasgenoten of online oefeningen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.