5.2 - Planten groeien V1

Thema 5: Planten
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: Planten

Slide 1 - Diapositive

In dit hoofdstuk:
5.1 - Planten bekijken
5.2 - Planten groeien
5.3 - Planten voeden zich
5.4 - Voortplanten
5.5 - Samenhang: De aarbeienkwekerij

Slide 2 - Diapositive

5.1 - Planten bekijken
Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Welk deel van de plant maakt de voedingsstoffen van de plant?
A
Bloem
B
Stengel
C
Bladeren
D
Wortels

Slide 4 - Quiz


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 5 - Quiz

Welke soort plant zie je op de afbeelding?
A
Houtachtige plant
B
Kruidachtige plant

Slide 6 - Quiz

Welke plant is stevig door
water in de vacuole?
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 7 - Quiz

De wortelharen nemen water met mineralen op.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Welke zin is juist?
A
De vaatbundels vervoeren water
B
De vaatbundels vervoeren zuurstof
C
De vaatbundels vervoeren koolstofdioxide

Slide 9 - Quiz

Vaatbundels lopen door de stengel
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij bladverlies?
A
Scheurlaag ontstaat -> bladgroen verdwijnt -> minder mineralen/water -> blad valt -> kurklaag ontstaat
B
Bladgroen verdwijnt -> scheurlaag ontstaat -> minder mineralen/water -> blad valt -> kurklaag ontstaat
C
Scheurlaag ontstaat -> bladgroen verdwijnt -> minder mineralen/water -> kurklaag ontstaat -> blad valt
D
Bladgroen verdwijnt -> scheurlaag ontstaat -> minder mineralen/water -> kurklaag ontstaat -> blad valt

Slide 11 - Quiz

5.2 - Planten groeien

Slide 12 - Diapositive

Doelen van de paragraaf:
Je weet hoe een plant uit een zaadje komt
Je kan uitleggen hoe een plant groeit
Je weet wat het verschil is tussen groei en ontwikkeling
Je weet wat voor soorten knoppen er aan takken zitten
Je weet hoe diktegroei in een boom werkt
Je kan uitleggen waarom wortels omlaag groeien
Je kan uitleggen waarom stengels omhoog groeien


Slide 13 - Diapositive

Van zaadje naar plantje
Als een plant heeft gebloeid, worden bloemen vruchten
In vruchten zitten zaden
Hieruit kan een nieuwe plant groeien
Voorbeeld: bruine boon
Om de boon heen zit een zaadhuid
Hij bestaat uit twee zaadlobben
Tussen de twee lobben zit een kiem(plantje)

Slide 14 - Diapositive

Van zaadje naar plantje
Als bij de boon water komt, zal hij gaan ontkiemen

Zaadhuid neemt water op
Zaadlobben groeien -> 
zaadhuid breekt open

Worteltje komt naar buiten
Daarna komen stengel en blaadjes naar buiten

Slide 15 - Diapositive

Hoe groeit een plant?
Bij groei maakt een plant nieuwe cellen, doordat celdeling plaats vindt. De nieuwe cel
neemt water op en groeit in
de lengte; celgroei.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Groei van het plantje
Als het kiemplantje groter en zwaarder wordt, groeit hij
- Door lengtegroei worden wortels en stengel langer
--> nieuwe cellen aan de uiteinden: bij de groeipunten


Het kiemplantje verandert hierdoor ook
Het krijgen van nieuwe delen heet ontwikkeling

Een nieuwe plant ontstaat dus uit zowel groei als ontwikkeling

Slide 18 - Diapositive

Knoppen
Bomen hebben aan de takken knoppen
:
- Eindknop – hieruit groeit de tak verder
- Zijknoppen – hieruit groeien nieuwe zijtakken
Om de knoppen zitten schubben
: Bescherming tegen kou

Knop groeit door -> schubben vallen af
er ontstaat een ringlitteken
Door deze te tellen, kan je zien hoe oud een plant is


Slide 19 - Diapositive

Bomen groeien
Een boom groeit ook in de dikte
Diktegroei: takken en stam elk jaar iets dikker

Laagje houtcellen (water vervoer) in een jaar wordt gevormd, -> jaarring
Jaarring donker + licht deel
Het lichte deel: grote cellen met dunne wanden -> voorjaar
Het donkere deel: kleine cellen met dikke wanden -> zomer

Slide 20 - Diapositive

Groeien in de goede richting
Wortel groeit naar beneden -> zwaartekracht
Cellen met zetmeelkorrels, gaan naar beneden
Signaal voor de plant
Stengel gaat omhoog -> zonlicht
Cellen in schaduw groeien sneller 

-> bron 9 <-

Slide 21 - Diapositive

Wat is GEEN onderdeel van een zaadje?
A
zaadlob
B
zaadhuid
C
kiem
D
stengel

Slide 22 - Quiz

Zet op de juiste volgorde
Zaadhuid neemt water op
Worteltje komt naar buiten
Stengel en blaadjes komen naar buiten
Zaadlobben zwellen op, zaadhuid knapt open

Slide 23 - Question de remorquage

Jaarringen horen bij de ... en de eindknop aan een tak bij de de ...
A
lengtegroei - diktegroei
B
diktegroei - lengtegroei
C
lengtegroei - ontwikkeling
D
ontwikkeling - lengtegroei

Slide 24 - Quiz


Hoe heet nummer 1
A
Eindknop
B
Knopschubben
C
Zijknop
D
Ringlitteken

Slide 25 - Quiz


Hoe heet nummer 2
A
Eindknop
B
Knopschubben
C
Zijknop
D
Ringlitteken

Slide 26 - Quiz

Wanneer is de lichte jaarring gemaakt?
A
Zomer/lente
B
herfst

Slide 27 - Quiz

Wortels groeien omlaag vanwege zonlicht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Cellen van de plant in de schaduw groeien sneller dan cellen in zonlicht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Aan het werk
- Zoek een boom of plant met knoppen
- Teken de stengel en knop. Is het een zijknop of eindknop?
- Zoek een boomstronk
- Maak een foto, en beantwoord de vraag: hoe oud is de boom geworden?
Maak de vragen 3 t/m 10 + 16 t/m 18 (VWO)


Slide 30 - Diapositive