H. 2 I Writing & Grammar

Modal verbs
should
must
have to
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Modal verbs
should
must
have to

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Chapter 2 - Grammar 4
Welcome in my class!

Today it's all about...

...modal verbs!

Slide 3 - Diapositive

Modal verbs - you know when to use...
should - must - have to

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

should
I shouldn't have eaten that lego block!
SHOULD =  advies aan iemand geven
  • Iets wat je zou moeten doen
  • Iets wat je niet zou moeten doen

SHOULD= Je zegt dat het goed is om iets wel of niet te doen, maar het is niet verplicht

Slide 12 - Diapositive

should
Should = advies

You should stop eating fast food
 if you want to stay healthy. 

Slide 13 - Diapositive

Een modal verandert meestal niet van vorm...
I
should
stop
eating fast food.
You
should 
stop
eating fast food.
He/She/It
should
stop
eating fast food.
We
should
stop
eating fast food.
They
should
stop
eating fast food.

Slide 14 - Diapositive

must
You must not step on a landmine!

MUST (NOT) = Wanneer de spreker zelf vindt dat een actie gedaan moet worden. Jij vindt dat iets (NIET) MOET
Je gebruikt must ook om iemand sterk aan te raden iets te doen als het niet verplicht is

Slide 15 - Diapositive

must
Must = als je zelf vindt dat het moet of als het moet maar het is niet verplicht.

I must go to bed early tonight 
if I want to be ready for the test tomorrow. 

Slide 16 - Diapositive

Een modal verandert meestal niet van vorm...
I
must 
go
to bed early tonight.
You
must 
go
to bed early tonight.
He/She/It
must 
go 
to bed early tonight.
We
must 
go
to bed early tonight.
They
must 
go 
to bed early tonight.

Slide 17 - Diapositive

have to
You have to wear a seatbelt.
HAVE TO = Om te zeggen dat een actie gedaan moet worden.
Iets wat verplicht is (door iets/iemand anders: wet, regels)

Slide 18 - Diapositive

have to
Have to = verplicht

All drivers have to stop 
in front of a red traffic light!

Slide 19 - Diapositive

have to
Dit is de enige modal die wel verandert:

I
have to 
stop
in front of a red traffic light.
You
have to
stop
in front of a red traffic light
He/she/it
has to
stop
in front of a red traffic light
We
have to 
stop
in front of a red traffic light
They
have to
stop
in front of a red traffic light

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Modals
Have to
Should
Must
Om te zeggen dat iets gedaan MOET worden.

He/she/it: has to


You have to do your homework!
Om advies te geven. Het kan gedaan worden maar het moet niet.



You should see a doctor.
Wanneer de persoon die het zegt vindt dat hij/zij zelf iets moet doen. 
Om advies te geven (sterker dan should)

I must clean my room.
You must brush your teeth.

Slide 22 - Diapositive

Any questions?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Slide 28 - Lien

Homework
Maak opdracht 52 t/m 56 op blz. 116-118 van je boek.

Slide 29 - Diapositive