Com jaar 1 les 2 opvoeding

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Wie is de jongste?

Wie is de oudste?

Wie is de middelste (ongeveer in het midden)

Wie is enigst kind?

Wie is (enigszins) verwend?

Wie zou een andere plek (in het gezin) gehad willen hebben?

Wie spreekt haar ouders aan met 'u'?

Voor wie is één van de ouders als een vriend(in)?

Wie zegt: 'ik ga het later anders doen'.

Wie kan thuis onderhandelen met z'n ouders?

Stelling: 'de ouders voeden op. Dat hoeft de leerkracht niet te doen'.

Stelling: mijn opvoeding is voltooid

Stelling: ik heb dezelfde waarden als mijn ouders

Maak je eigen top 3 van waarden:
1...... 2..... 3.....