Niet Aangeboren Hersenletsel

Niet Aangeboren Hersenletsel
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NAH

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feiten en cijfers
Jaarlijks krijgen zo’n 46.000 mensen een beroerte of CVA.
Niet-aangeboren hersenletsel is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren.
Elk jaar lopen circa 140.000 mensen hersenletsel op van wie er 10.000 dit niet overleven.
Van de 130.000 hersenletselpatiënten per jaar die overleven zijn er 19.000 kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar.
Elk jaar komen er ongeveer 40.000 mensen bij die forse blijvende beperkingen overhouden aan hersenletsel.
In Nederland wonen ongeveer 650.000 mensen die beperkingen ervaren als gevolg van hersenletsel.
                                                                                                                                                                    bron: Hersenz.nl

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken 
  • Traumatisch
  • Niet traumatisch

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem voorbeeld traumatisch hersenletsel

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem voorbeeld niet traumatisch hersenletsel

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Diffuus hersenletsel
= verspreid en zonder scherpe grenslijn
Schade over groter deel van de hersenen
Dit kan vb.door zuurstof tekort


Focaal hersenletsel
= plaatselijk 
 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Traumatisch hersenletsel
Niet traumatisch hersenletsel
Hersenkneuzing
Herseninfarct
Zwangerschapscomplicaties
Whiplash
Zuurstofgebrek

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is van onderstaande van toepassing op focaal hersenletsel
A
De schade is over een groot deel van de hersenen verspreid
B
Het heeft te maken met het voorste deel van je hersenen
C
Onstaat meestal na een directe klap op het hoofd
D
Schade ontstaat op latere leeftijd

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak is van toepassing op diffuus hersenletsel
A
Schade is over een groter deel van de hersenen
B
Komt alleen maar bij kinderen voor
C
Er onstaat een schedelbreuk
D
Ontstaat na val wanneer hersenen 'geschud' zijn

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuk in levenslijn






leven voor en leven na 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorg voor mensen met NAH
Acute fase, medisch gericht. 
Herstel fase, revalidatie
Participatie fase, chronische fase

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zichtbare gevolgen
  • Verlamming

Onzichtbare gevolgen
  • verandering in denken
  • verandering in emoties
  • veranderingen in gedrag





https://hersenz.nl/hersenletsel/gevolgen-van-niet-aangeboren-hersenletsel 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de chronische fase
A
Dit is de fase wanneer het letsel net is gebeurd
B
De herstelfase, dat je alles opnieuw leert
C
De fase waarin je alles evalueert
D
Dat duidelijk wordt hoe je leven er met letsel uitziet

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zichtbare gevolgen
Onzichtbare gevolgen
Geheugenstoornissen
Hemiparese
Verstoorde controle
Taalstoornissen
Hemianopsie
Concentratiestoordnissen

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor de relatie
Toekomstbeeld spat uit een
Hoe geef je nog vorm aan een bestaande relatie
Hoe ontstaan nieuwe relaties
Wat is haalbaar........

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Performale kloof  is verschil tussen verbale en handelend vermogen van persoon.
VIQ= verbaal intelligentie
PIQ= performale intelligentie

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderscheid drie type zorgvrager

  • De voorbijganger: zorgvrager heeft een beperkt ziektebesef en erkent niet dat hij een probleem heeft. De zorgvrager heeft dan ook nog geen hulpvraag.
  • De zoeker: zorgvrager heeft enig ziektebesef. Dit komt vaak terug in een vage of slecht omlijnde hulpvraag. De zoeker weet dat er iets met hem aan de hand is, maar wat, weet hij niet.
  • De klant: zorgvrager is zich bewust van zijn ziektebeeld. Hij/zij heeft een duidelijke vraag, maar weet niet welke hulpmiddelen hij in kan zetten.

                                                                                                                                                                            Arno Prinsen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions