18/9, HS 1, paragraaf 2: trema, apostrof, accenten en cedille (2)

Spelling H7
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spelling H7

Slide 1 - Diapositive

planning
1. lezen

2. huiswerk bespreken

3. theorie herhalen (kort)

4. aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik belangrijke informatie uit een tekst kan halen.

Slide 4 - Diapositive

Wat en waarom? 
Deze les herhalen we hoe je een trema, apostrof, accent en cedille kunt gebruiken.

Met deze tekens kun je betere teksten schrijven. Daarnaast helpt het je om te weten hoe je een woord moet uitspreken.

Slide 5 - Diapositive

Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken:
  • kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 6 - Diapositive

met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet

Slide 7 - Question de remorquage

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 8 - Diapositive


De hoofdstad van Noord-Brabant is
s-Hertogenbosch
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz


Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 10 - Quiz


Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?
A
wcs
B
wc's

Slide 12 - Quiz

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

met accent
zonder accent
enquete
premiere
acne
defile
genant
sate
abonnee
creme

Slide 15 - Question de remorquage

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 16 - Question de remorquage

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 17 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 18 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 19 - Quiz

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç

  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon

  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 20 - Diapositive


Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, apostrofs en cedilles.
‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.

Slide 21 - Question ouverte

aan de slag:
Maak de volgende opdrachten:

  • H7 Spelling, paragraaf 2: opdracht 1 t/m 4


HUISWERK woensdag 25/9:
maken HS7, paragraaf 2, opdracht 1 t/m 7

Slide 22 - Diapositive

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik belangrijke informatie uit een tekst kan halen.

Slide 23 - Diapositive