3.5 en 3.6

Vandaag 3.5 en 3.6
Planning:
  • Algemeen
  • Herhaling 3.3 en 3.4
  • uitleg 3.5 en 3.6
Maken:
Werkboek blz 88 opdracht 11 en 
blz 92 opdracht 11



Leerdoelen   

  • Je kunt de rollen en functies binnen de regering uitleggen (premier, minister, staatssecretaris) en hoe ministeriële verantwoordelijkheid en de constitutionele monarchie bijdragen aan de politieke structuur van Nederland.
  • Je begrijpt hoe het kabinet wordt gevormd, inclusief de taken van de informateur en formateur, en de rol van coalities en regeerakkoorden daarbij.
  • Je kunt uitleggen hoe de begrotingscyclus werkt (miljoenennota, rijksbegroting) en welke rol het parlement hierin speelt.
  • Je kunt uitleggen wat een parlementaire democratie is en hoe het parlement de regering controleert via stemrecht, budgetrecht, en het recht van interpellatie en enquête, binnen de scheiding der machten (trias politica).

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 3.5 en 3.6
Planning:
  • Algemeen
  • Herhaling 3.3 en 3.4
  • uitleg 3.5 en 3.6
Maken:
Werkboek blz 88 opdracht 11 en 
blz 92 opdracht 11



Leerdoelen   

  • Je kunt de rollen en functies binnen de regering uitleggen (premier, minister, staatssecretaris) en hoe ministeriële verantwoordelijkheid en de constitutionele monarchie bijdragen aan de politieke structuur van Nederland.
  • Je begrijpt hoe het kabinet wordt gevormd, inclusief de taken van de informateur en formateur, en de rol van coalities en regeerakkoorden daarbij.
  • Je kunt uitleggen hoe de begrotingscyclus werkt (miljoenennota, rijksbegroting) en welke rol het parlement hierin speelt.
  • Je kunt uitleggen wat een parlementaire democratie is en hoe het parlement de regering controleert via stemrecht, budgetrecht, en het recht van interpellatie en enquête, binnen de scheiding der machten (trias politica).

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De partijen in de Tweede Kamer vormen een fractie.
De fractie bestaat dus uit verschillende personen van dezelfde partij in de Tweede Kamer. 
Bijv: de PVV fractie, De NSC fractie

De fractie wordt voorgezeten door de fractievoorzitter.

Slide 4 - Diapositive

Het Parlement
Eerste & Tweede Kamer

De Staten-Generaal

 Volksvertegenwoordiging

Slide 5 - Diapositive

Wanneer zijn er verkiezingen?
Tweede kamer
Om de vier jaar, tenzij het kabinet ''valt''
Eerste kamer
Om de vier jaar
Europees parlement
Om de vijf jaar

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Na de (Tweede Kamer) verkiezingen 
  • Grootste partij heeft het initiatief 

  • Overleg tussen de grootste partijen d.m.v. een verkenner of informateur 

  • Als er een regeerakkoord is gaat een formateur aan de slag om een kabinet samen te stellen 

Slide 8 - Diapositive

Verkiezingen -> regering
  • Als er verkiezingen gehouden zijn, wordt de regering gekozen. 

Slide 9 - Diapositive

Het kabinet
Allereerst wordt een informateur benoemd die gaat onderzoeken welke partijen samen willen en kunnen werken.
Als dat gelukt is vormen die partijen een coalitie (Huidige coalitie: PVV, VVD, BBB en NSC)
Als de informateur klaar is wordt een formateur benoemd die de geschikte mensen gaat kiest voor ministers en staats-secretarissen ( assistent van de minister). De formateur wordt meestal de minister-president

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De formatie 
Informatie
Verkiezingsuitslag 
Verkenning partijen en standpunten 
Start nieuwe kabinet 

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Onderwijsbezuiniging
Het debat over de onderwijsbegroting van 2024 wordt beheerst door de geplande bezuinigingen van 2 miljard euro, die coalitiepartijen als onontkoombaar zien. Deze maatregelen raken onder meer het voortgezet onderwijs, mbo en hoger onderwijs. Hoewel de coalitie in de Tweede Kamer een meerderheid heeft, ontbreekt die in de Eerste Kamer, waar ze met 30 zetels acht te kort komen. Dit dwingt het kabinet om compromissen te zoeken.

Een alliantie van D66, CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP stelde voor om 1,3 miljard aan bezuinigingen terug te draaien. De dekking zou komen uit hervormingen in de zorg, zoals het verplicht in loondienst treden van medisch specialisten, en een kleinere verlaging van het eigen risico. Linkse partijen, waaronder GroenLinks-PvdA, SP en Volt, pleiten voor het volledig schrappen van de bezuinigingen via belastingmaatregelen en het beperken van fossiele subsidies.
De oppositie waarschuwt dat de begroting zonder concessies zal stranden in de Eerste Kamer. Als dat gebeurt, blijft de begroting van vorig jaar geldig, inclusief de middelen die nu worden geschrapt. Minister Bruins blijft echter vasthouden aan de bezuinigingen, ondanks de brede maatschappelijke protesten en kritiek van docenten, studenten en bedrijfsleven. Hij erkent wel dat alternatieve maatregelen nodig zijn voor de langstudeerboete, waarvan de invoering is uitgesteld.
De coalitiepartijen hopen dat de minister een oplossing vindt, maar de tijd dringt: op 5 december stemt de Eerste Kamer. Voorlopig blijft de toekomst van de onderwijsbegroting onzeker.  ( bron: aob.nl november 2024)


Slide 14 - Diapositive

Nieuwe 
verkiezingen

Slide 15 - Diapositive

Rechten van Kamerleden
* Recht van motie
* Vragenrecht
* Recht van interpellatie
* Recht van enquête

1e Kamer: toetsen aan regels en grondwet

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Kijk op blz 92-95 van je Lesboek en maak de sleepvraag.

Slide 17 - Diapositive

Welke bevoegdheden heeft ons parlement? Let op, er blijft er één over!
Een Kamerlid stemt tegen een wet voor 
de belastingverhoging voor bedrijven.

Een Kamerlid is het eens met een wetsvoorstel 
over taakstraffen voor jongeren, maar hij stelt 
een kleine verandering voor.
Een Kamerlid wil weten wat de regering vindt van 
de rellen tijdens een belangrijke voetbalwedstrijd.

Een Kamerlid doet een voorstel voor een wet om werkloze jongeren sneller aan een baan te helpen.

De minister van Economische Zaken moet 
voor een debat naar de Tweede Kamer komen.

Een Kamerlid vraagt ze de regering te bekijken 
of er meer geld naar scholen kan om de leesachterstand bij jongeren aan te pakken.
enquêterecht
motierecht
recht van amendament
recht van
initiatief
recht van interpellatie
stemrecht
vragenrecht

Slide 18 - Question de remorquage

Rechten van Kamerleden 1

Wetgevende taak
  • Stemmen over wetvoorstellen (stemrecht)
  • Wetvoorstel veranderen(recht van amendement)
  • Wetvoorstel indienen(recht van initiatief

Slide 19 - Diapositive

Rechten van Kamerleden 2

  • Recht van budget 
(goed- of afkeuren van de staatsbegroting)
  • Recht van enquête
(tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)
  • Recht van interpellatie                                  minister verplichten tot een debat

Slide 20 - Diapositive

Rechten van Kamerleden 3
  • Recht om vragen te stellen     
Het parlementaire recht om zowel schriftelijke als mondelinge vragen te stellen aan de minister.
  • Recht om een motie in te dienen    
Het parlementaire recht tot een verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.



Slide 21 - Diapositive

Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)
  • wordt indirect gekozen 
  • 75 zetels
  • geen recht van amendement
  • geen recht van initiatief 


Slide 22 - Diapositive

Vandaag 3.5 en 3.6
Planning:
  • Algemeen
  • Herhaling 3.3 en 3.4
  • uitleg 3.5 en 3.6
Maken:
Werkboek blz 88 opdracht 11 en 
blz 92 opdracht 11



Leerdoelen   

  • Je kunt de rollen en functies binnen de regering uitleggen (premier, minister, staatssecretaris) en hoe ministeriële verantwoordelijkheid en de constitutionele monarchie bijdragen aan de politieke structuur van Nederland.
  • Je begrijpt hoe het kabinet wordt gevormd, inclusief de taken van de informateur en formateur, en de rol van coalities en regeerakkoorden daarbij.
  • Je kunt uitleggen hoe de begrotingscyclus werkt (miljoenennota, rijksbegroting) en welke rol het parlement hierin speelt.
  • Je kunt uitleggen wat een parlementaire democratie is en hoe het parlement de regering controleert via stemrecht, budgetrecht, en het recht van interpellatie en enquête, binnen de scheiding der machten (trias politica).

Slide 23 - Diapositive