Van Start (thema 3) NT2 - woordenschat

Welkom
Methode 'Van Start'
Thema 3
Woordenschat
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Methode 'Van Start'
Thema 3
Woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Typ het woord / Vul het woord in
Je mag de woordenlijst van thema 3 gebruiken.
Doel: -woordenschat herhalen;
                   -schrijven / spelling oefenen

Slide 2 - Diapositive

Relaties

Slide 3 - Diapositive

De zus van mijn vader is mijn .......

Slide 4 - Question ouverte

De man van mijn zus is mijn .......

Slide 5 - Question ouverte

De moeder van mijn moeder is mijn .......

Slide 6 - Question ouverte

De vader van mijn vader is mijn ......

Slide 7 - Question ouverte

Willem-Alexander en Maxima hebben drie ...............

Slide 8 - Question ouverte

Maxima is de .............. van Willem-Alexander.

Slide 9 - Question ouverte

Willem-Alexander is getrouwd met Maxima. Zij is zijn ................

Slide 10 - Question ouverte

Je bent niet meer getrouwd, dus je bent .........

Slide 11 - Question ouverte

Meervoud

Slide 12 - Diapositive

vriend

Slide 13 - Question ouverte

antwoord

Slide 14 - Question ouverte

vraag

Slide 15 - Question ouverte

taal

Slide 16 - Question ouverte

week

Slide 17 - Question ouverte

pan

Slide 18 - Question ouverte

pen

Slide 19 - Question ouverte

boek

Slide 20 - Question ouverte

opa

Slide 21 - Question ouverte

foto

Slide 22 - Question ouverte

hobby

Slide 23 - Question ouverte

kiwi

Slide 24 - Question ouverte

paraplu

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf een passende reactie

Slide 26 - Diapositive

Ik ben ziek.

Slide 27 - Question ouverte

Je docent gaat volgende week op vakantie.

Slide 28 - Question ouverte

Svitlana heeft morgen een TOA-toets.

Slide 29 - Question ouverte

Anna eet haar lunch.

Slide 30 - Question ouverte

Mijn oma is gisteren overleden.

Slide 31 - Question ouverte

Het is vrijdagmiddag. Het weekend begint.

Slide 32 - Question ouverte

Inversie
Begin de zin met de woord(en) van tijd.

Slide 33 - Diapositive

Ik bel mijn moeder op vrijdag.

Slide 34 - Question ouverte

Ik heb een toets om 10 uur.

Slide 35 - Question ouverte

Ik eet mijn lunch om 13 uur.

Slide 36 - Question ouverte

We gaan in het weekend naar de film.

Slide 37 - Question ouverte

Zullen we ......?
Stel iets voor.

Slide 38 - Diapositive

Zullen we ........?

Slide 39 - Question ouverte


Slide 40 - Question ouverte

Hoe vond je de opdracht?

Slide 41 - Question ouverte

Plus de leçons comme celle-ci