Van Start (thema 3) NT2 - woordenschat
1 / 32
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
De zus van mijn vader is mijn .......
Slide 4 - Question ouverte
De man van mijn zus is mijn .......
Slide 5 - Question ouverte
De moeder van mijn moeder is mijn .......
Slide 6 - Question ouverte
De vader van mijn vader is mijn ......
Slide 7 - Question ouverte
Willem-Alexander is getrouwd met Maxima. Zij is zijn ................
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
vriend
Slide 10 - Question ouverte
antwoord
Slide 11 - Question ouverte
vraag
Slide 12 - Question ouverte
taal
Slide 13 - Question ouverte
week
Slide 14 - Question ouverte
pan
Slide 15 - Question ouverte
pen
Slide 16 - Question ouverte
boek
Slide 17 - Question ouverte
opa
Slide 18 - Question ouverte
foto
Slide 19 - Question ouverte
hobby
Slide 20 - Question ouverte
kiwi
Slide 21 - Question ouverte
paraplu
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Ik ben ziek.
Slide 24 - Question ouverte
Je docent gaat volgende week op vakantie.
Slide 25 - Question ouverte
Svitlana heeft morgen een TOA-toets.
Slide 26 - Question ouverte
Anna eet haar lunch.
Slide 27 - Question ouverte
Mijn oma is gisteren overleden.
Slide 28 - Question ouverte
Het is vrijdagmiddag. Het weekend begint.
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Diapositive
Zullen we ........?
Slide 31 - Question ouverte
Hoe vond je de opdracht?
