4.2 Tussen de wereldoorlogen

Het interbellum
(van november 1918 tot september 1939)
§4.2 Tussen de wereldoorlogen
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het interbellum
(van november 1918 tot september 1939)
§4.2 Tussen de wereldoorlogen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van de les...
  •  Kun je uitleggen hoe Rusland een totalitaire dictatuur werd. 

  • Weet je hoe Italië een dictatuur werd. 

Samen lezen blz. 59 'Dictatuur in Rusland.' 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Russische revolutie 1917
  • Rusland van een tsarenrijk in een dictactuur o.l.v. Lenin. Hij voert het communisme in:


  • Leider heeft de macht. 
  • Totalitaire staat: de staat beheerst de volledige samenleving.

Slide 5 - Diapositive

Terreur= bangmakerij 

Totalitair: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Totalitair onthouden: totale controle 
d.m.v terreur werd de bevolking onderdrukt (met geweld) 
Je mocht geen kritiek hebben
De overheid controleerde alles

Mao Zedong: tussen de 40 en 70 miljoen doden. 
De schattingen van het totaal aantal mensen dat tijdens het bewind van Stalin een onnatuurlijke dood stierf lopen uiteen van 9 miljoen tot 20 miljoen.
Op basis van een top-tien zou Hitler ‘slechts’ op de derde plek staan. (`17 miljoen doden) Hij moet twee communistische dictators boven zich dulden: de Russische Jozef Stalin, die verantwoordelijk is voor 23 miljoen doden en de Chinese Mao Zedong, de man die 78 miljoen Chinezen de dood injoeg met zijn communistische revoluties die De Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie worden genoemd.

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Russische revolutie 1917

  • De bevolking wordt onderdrukt met terreur. 
  • Opvolger Stalin (1922) voert ook een planeconomie in. (De overheid bepaalt per 5 jaar wat fabrieken en boerderijen moeten produceren.)

Slide 7 - Diapositive

Terreur= bangmakerij 

Totalitair: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie ook een sterke industriële mogendheid. Overal werden industriecomplexen gebouwd, mijnen geopend en spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industrie arbeider. 

De schattingen van het totaal aantal mensen dat tijdens het bewind van Stalin een onnatuurlijke dood stierf lopen uiteen van 9 miljoen tot 20 miljoen.

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk!
Maak opdracht 1 bladzijde 69 werkboek. 
Individueel in stilte. 
3 minuten. 

Eerder klaar? maak opdracht 2 blz. 69
timer
3:00
Hierna --> Samen lezen blz. 60 'facisme.'

Slide 10 - Diapositive

Terreur= bangmakerij 

Totalitair: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie ook een sterke industriële mogendheid. Overal werden industriecomplexen gebouwd, mijnen geopend en spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industrie arbeider. 

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Er is een dictator die bepaalt wat goed is.
2. Fascisme is anti-democratisch en nationalistisch (eigen staat is belangrijkst);  
3. Fascisme gaat uit van ongelijkheid (de hoog ontwikkelden moet de laag ontwikkelden leiden);
4. Geweld is goed (geen woorden, maar daden), knokploegen (bv 'de zwarthemden' in Italië) bewaken met geweld de rust; 
5. De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
6. Toepassen van indoctrinatie (het opdringen en inprenten - hersenspoeling - van jouw ideeën via media)


Kenmerken:

Slide 12 - Diapositive

De fascisten hielden van uniformen, massa demonstraties en optochten. 

Het individuen is niet belangrijk. Alles voor het collectief belang!

Slide 13 - Diapositive

De fascisten hielden van uniformen, massa demonstraties en optochten. 

Het individuen is niet belangrijk. Alles voor het collectief belang!
Italië: fascisme
  • Leider: Benito Mussolini. 
  • Extréém nationalistisch. 
  • Gebruikte indoctrinatie: via allerlei manieren (bijv. media) mensen beïnvloeden.

Slide 14 - Diapositive

Terreur= bangmakerij 

Totalitair: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie ook een sterke industriële mogendheid. Overal werden industriecomplexen gebouwd, mijnen geopend en spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industrie arbeider. 

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Maak opdracht 2,3,4,5 bladzijde 69 werkboek. 
Je mag rustig overleggen.


Slide 16 - Diapositive

Terreur= bangmakerij 

Totalitair: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie ook een sterke industriële mogendheid. Overal werden industriecomplexen gebouwd, mijnen geopend en spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industrie arbeider. 
Ga rustig zitten op je vaste plek, neem voor je blz 56.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het interbellum
(van november 1918 tot september 1939)
§4.2 Tussen de wereldoorlogen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige les...
  •  Hoe werd Rusland een totalitaire dictatuur?
  • Noem een kenmerk van het fascisme. 
Samen lezen blz. 60 'welvaart en crisis.'

Slide 19 - Diapositive

Totalitaire dictatuur: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Kenmerk fascisme: 
- een sterke leider
- iedereen uniform. 
- indoctrinatie 
The roaring twenties (roerige jaren 20)
  • Na WO I ging het economisch erg goed in de VS.
  • Landbouwgrond en fabrieken waren vernield in Europa. De Amerikanen konden veel verkopen aan Europa. 
  • In de VS zelf had iedereen werk en er waren veel producten te koop. 

Slide 20 - Diapositive

Na WOI ging het economisch erg goed in de Verenigde Staten.
Landbouwgrond en fabrieken in Europa waren vernietigd. De Amerikanen konden veel verkopen aan Europa.
In de VS zelf had iedereen werk en er waren veel nieuwe producten te koop. Iedereen leende geld om al die nieuwigheden aan te schaffen.
Het waren the roaring twenties (de roerige jaren '20)

Een andere term die ook wel eens voor dit tijdvak gebruikt wordt, is belle époque (mooie tijd). Deze term duidt op de grote welvaart, vele indrukwekkende uitvindingen (denk aan het vliegtuig, de radio en film) en relatieve rust in het genoemde tijdvak.

Na afloop van de Eerste Wereldoorlog kwam in Europa de landbouw weer op gang, waardoor de Amerikaanse boeren met overschotten kwamen te zitten. De banken kwamen hierdoor op termijn ook in de problemen. Naast boeren leenden ook particulieren en bedrijven tijdens de roaring twenties veel geld. Lenen werd van alle kanten aangemoedigd in een klimaat van groot vertrouwen en optimisme in de toekomst. Verder hadden de Amerikanen vanaf 1924 in het kader van het Dawesplan en Youngplan veel geld geleend aan Duitsland, om de economie daar draaiende te houden. De terugbetaling van deze leningen verliep moeizaam, wat de geldproblemen voor de banken in de Verenigde Staten nog vergrootte.

Aandeel: wie van jullie heeft thuis ouders die een eigen onderneming heeft? Aandeelhouders zijn de eigenaren van een onderneming. 
Aantekening 4.2 wereldcrisis
  • In de jaren 20 bloeide de economie in Amerika.
  • Er werd veel geld geleend.  

Slide 21 - Diapositive

Totalitaire dictatuur: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Kenmerk fascisme: 
- een sterke leider
- iedereen uniform. 
- indoctrinatie 
Economische wereld crisis 
  • Na verloop van tijd herstelde de Europese economieën en ook in de VS had iedereen (met geleend geld) gekocht wat ze wilden hebben. 
  • Er kwam overproductie --> bedrijven gingen failliet en mensen werden ontslagen.
  • Mensen die ontslagen waren, konden hun schulden ook niet aflossen. Zo gingen banken failliet.  
  • De leningen die de VS aan (Duitsland) had geleend moesten terugbetaald worden. De hele wereld raakte in een crisis
Als bedrijven meer produceren dan ze verkopen. Ze moeten deze restgoederen ook opslaan. Dat zorgt voor snel oplopende kosten.

Slide 22 - Diapositive

  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen
  • Door de crisis kregen ze veel van dat geleende geld niet terug
  • Daardoor gingen ook veel banken failliet
  • Bovendien had de regering weinig regels gemaakt voor de banken
  • Mensen met spaargeld bij de bank waren hun geld ook kwijt.
De regering van president Hoover deed nauwelijks iets om de crisis op te lossen. Ze dachten dat de economie vanzelf zou herstellen.
Toen president Roosevelt aan de macht kwam werd het beter; hij maakte strengere regels voor banken en zorgden voor werk. 

De Beurskrach in New York, eind oktober 1929, luidde de crisis van de wereldeconomie in. Na flink stijgende prijzen (vooral in 1928), zakte de beurs eind oktober 1929 ineens in elkaar door sterk dalende aandeelprijzen. Er brak paniek uit op de beurs – iedereen verkocht zijn aandelen – en de aandelen werden in no time waardeloos.
Miljarden dollars spaargeld en investeringen gingen in rook op, waardoor bedrijven en particulieren hun leningen niet meer konden terugbetalen aan de banken. Hierdoor viel de ene na de andere Amerikaanse bank om. Doordat er sprake was van een wereldeconomie, waaide de crisis kort erna ook over naar Europa.


Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk. Maak in individueel in stilte:
  • Test jezelf blz. 80 opdracht 2 + 4 
  • Maak opdracht 1 + 2 blz. 84 van de verdieping. 
  • Eerder klaar? Maak de herhaling blz. 82 opdracht 1 t/m 5. 
  • 10 minuten. 
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen
  • Door de crisis kregen ze veel van dat geleende geld niet terug
  • Daardoor gingen ook veel banken failliet
  • Bovendien had de regering weinig regels gemaakt voor de banken
  • Mensen met spaargeld bij de bank waren hun geld ook kwijt.
De regering van president Hoover deed nauwelijks iets om de crisis op te lossen. Ze dachten dat de economie vanzelf zou herstellen.
Toen president Roosevelt aan de macht kwam werd het beter; hij maakte strengere regels voor banken en zorgden voor werk. 

De Beurskrach in New York, eind oktober 1929, luidde de crisis van de wereldeconomie in. Na flink stijgende prijzen (vooral in 1928), zakte de beurs eind oktober 1929 ineens in elkaar door sterk dalende aandeelprijzen. Er brak paniek uit op de beurs – iedereen verkocht zijn aandelen – en de aandelen werden in no time waardeloos.
Miljarden dollars spaargeld en investeringen gingen in rook op, waardoor bedrijven en particulieren hun leningen niet meer konden terugbetalen aan de banken. Hierdoor viel de ene na de andere Amerikaanse bank om. Doordat er sprake was van een wereldeconomie, waaide de crisis kort erna ook over naar Europa.


Herhalingsvragen 
  • Wat is een wereldoorlog? 
  • Welke twee partijen stonden tegenover elkaar? Welke landen hoorden daar bij?
  • Noem drie redenen voor het uitbreken van WO I?
  • Wat waren de gevolgen van WO I voor NL? En voor Europa?
  • Wat is een kenmerk van het communisme en het fascisme?
  • Hoe brak de economische crisis uit? 

Slide 25 - Diapositive

Oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld aan mee doen. 
Centralen en geallieerden. 
Centralen: Duitsland, O-H, Ottomanen 
Geallieerden: Engeland, Frankrijk, Rusland, VS. 

Militarisme, nationalisme, wapenwedloop. 

Totalitair, dictatoriaal, extreem socialistisch, anti democratisch, extreem nationalistisch, een grote leider etc. 

Armoede door crisis
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.
Armoede door crisis

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Werklozen in Nederland kregen van de overheid een kleine uitkering.
Om zwartwerken te voorkomen moesten ze twee keer per dag naar een stempellokaal voor een stempel.
Aantekening 4.2 wereldcrisis
  • Uiteindelijk stortte de economie in. Mensen konden het geld niet meer terugbetalen. 
  • Door de internationale handel werd het een economische wereldcrisis

Slide 29 - Diapositive

Totalitaire dictatuur: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Kenmerk fascisme: 
- een sterke leider
- iedereen uniform. 
- indoctrinatie 
Wereldcrisis
  • Gevolgen Duitsland:
  • Amerika had in de jaren 20 veel geld geleend aan Duitsland om te helpen bij de opbouw van de economie. 
  • De Amerikanen wilden dat geleende geld terug, waardoor de economie van Duitsland instortte. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na WO I waren de Duitsers erg ontevreden:

  • Veel Duitsers waren boos om het Verdrag van Versailles
  • Duitsland werd zwaar getroffen door de economische crisis van 1929
  • Er was weinig vertrouwen in de regering
Symbool NSDAP, de adelaar met het hakenkruis

Slide 31 - Diapositive

Miljarden aan schade, klein leger, land moest opgebouwd worden. 
H4 §5 De nazi's profiteren van de economische crisis van 1929


De opkomst van Hitler


Samen lezen blz. 61 'dictatuur in Duitsland.'

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ADOLF HITLER aan de macht
  NSDAP



Nationaal
        Socialistische
Duitse
      Arbeidspartij 


Aantekening

Slide 33 - Diapositive

Nationaal = trots op je eigen land (mijn land is het beste)
Sociaal, socialisme = mensen die streven naar gelijke kansen
Duits 
Arbeidspartij = de arbeiders, het werkende volk. Alle werklozen die Duitsland toen had!

Eerst had Hitler de DAP opgericht (Duitse Arbeidspartij)
Maar omdat hij meer stemmen wilden en meer mensen wilden bereiken voegde hij later het woordje nationaal en sociaal toe (socialisme, mensen die streven naar gelijkheid maar dat sprak Hitler zijn theorie namelijk tegen (Hitler was namelijk alleen voor gelijkheid voor diegene die Duits bloed hadden.)
 
Met deze pakkende naam bereikte hij heel veel Duitsers! 

+ rascisme!! heel belangrijk!

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler beloofde:
  • Dat hij de werkloosheid zou oplossen
  • Dat hij de maatregelen van het Verdrag van Versailles zou terugdraaien
  • Hij gaf de Joden de schuld (antisemitisme
  • Maakte slim gebruik van propaganda

Slide 35 - Diapositive

Reclame maken voor politieke ideeën of een persoon, bijvoorbeeld via de radio, kranten, toespraken of posters

NSDAP: Rassenleer + jodenhaat + persoonsverheerlijking + propaganda

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het nationaal-socialisme, ook wel Nazi's
Kenmerken:
1. Persoonsverheerlijking
2. Rassenleer (Het arische ras is het beste) 
3. Jodenhaat (antisemitisme) 
4. Propaganda 
Polititieke partij: De NSDAP
Aantekening

Slide 37 - Diapositive

Volgens Hitler werd het arische ras gekenmerkt door een lang, atletisch lichaam, een lichte huid, sluik blond haar en niet-bruine ogen.

De swastika (ook hakenkruis) is een symbool dat voorkomt in verschillende Euraziatische culturen en stamt uit de Indusbeschaving. Het is een in de loop van de geschiedenis vaak gebruikt teken in allerlei culturen wereldwijd en staat in het algemeen voor levenskracht, geluk of heiligheid. Zo is het een van de heiligste tekens in het hindoeïsme en jaïnisme en wordt het ook gebruikt in het boeddhisme. Het symbool (卐) komt echter ook voor op vroegchristelijke graftomben in de catacomben bij Rome, op Romeinse schilden (scuta), op Griekse en Romeinse mozaïekvloeren uit de oudheid, en op houten klompen van Noorse Vikingen uit de vroege middeleeuwen.
In de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de swastika gebruikt door Hitler en de nazi's. Sindsdien wordt het hakenkruis in westerse landen vooral geassocieerd met het nationaalsocialisme en zijn racistische ideologie, ondanks de zeer oude geschiedenis van het symbool zelf, dat dateert van vele eeuwen voor de rassentheorieën en het (pseudo-)wetenschappelijk racisme zoals die ontstonden in de 19e en vroege 20e eeuw.
Individueel in stilte
Lees blz. 61 'Het verhaal van de Hitlerjugend.'
Beantwoord de volgende vragen:

- Wat is de Hitler jugend?
- Waarom richtte Hitler deze op?
- Hoe zat de verdeling tussen jongens en meisjes? 
Maak: opdr 6,7,8,9 bladzijde 70 + 71 werkboek. 
timer
5:00

Slide 38 - Diapositive

-HItlerjugend = een jeugdbeweging voor kinderen. (om de ideeen van de nazi's te verspreiden) vorm van idoctrinatie
-Hitler vond dat Duitsers gezonde en fanatieke nazi's moesten zijn. 
- Jongens leerden marcheren en wapens gebruiken, meisjes leerden over kinderopvoeding. (De nazi's vonden dat vrouwen veel kinderen moesten krijgen) 

Totalitaire dictatuur: de overheid wil de samenleving volledig beheersen. 

Kenmerk fascisme: 
- een sterke leider
- iedereen uniform. 
- indoctrinatie 


Slide 39 - Diapositive

Een Duitse leerling krijgt het verschil tussen Ariës en Joden uitgelegd, 1943
Op bovenstaande foto uit 1943 krijgt een onderwijsassistent onderricht over de verschillende Arische rassen. Het was uiteraard de bedoeling dat zij hierna Duitse kinderen ging vertellen over de vermeende superioriteit van de Ariërs.

Hitler ziet de wereld als een plaats van permanente strijd tussen volkeren. Er zijn volgens hem hoge en lage rassen. De Duitsers behoren tot de hoge volkeren en de Joden tot de lage. Ook over andere volkeren heeft hij ideeën. Zo ziet hij Slavische mensen als minderwaardig, voorbestemd om overheerst te worden.Hitler denkt ook dat het Duitse volk alleen sterk kan zijn als het ‘zuiver’ is. Dit zorgt ervoor dat hij mensen met erfelijke ziektes als schadelijk ziet. Hieronder vallen mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap, maar ook alcoholisten en ‘onverbeterlijke’ misdadigers. Als de nazi’s eenmaal aan de macht zijn, leidt dit tot het gedwongen steriliseren en doden van mensen.

Volgens de nazi-filosofie moet het ras zuiver blijven. Om dit te bewaken worden koppels die willen trouwen verplicht een medisch onderzoek te ondergaan zodat bepaald kan worden of ze genetisch gezien in staat zijn ‘geschikte kinderen’ voort te brengen. Huwelijken worden onder meer verboden als een van de partners lijdt aan een geslachtsziekte, epileptische aanvallen heeft of zwakbegaafd is.

Slide 40 - Diapositive

Klaar, gister, vandaag morgen om te vechten voor de eer van italië. 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Vidéo

Histoclip 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van
Adolf Hitler?

Slide 44 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsvragen
  •  Om welke 3 oorzaken waren de Duitsers ontevreden?
  • Wat is de NSDAP?
  • Wat is propaganda?
  • Wat is antisemitisme? 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Russische Revolutie 1917
Rusland van een tsarenrijk in een dictactuur o.l.v. Lenin. Hij voert het communisme in. 
Kenmerken communisme:

In volgende dia: Clipphanger 'Wat is communisme'? (0:58)
1. Alle bezit is van de staat;
2. 1 leider heeft alle macht;
3. Er is een totalitaire staat (de staat beheerst de volledige samenleving,  bv manier van denken);
4. Alle andere politieke partijen zijn verboden;
5. De bevolking wordt onderdrukt met terreur (bangmakerij met geweld);
6. Opvolger Stalin (vanaf 1922) voert ook een planeconomie in (de overheid bepaalt per 5 jaar wat boerderijen en fabrieken moeten produceren)

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over het communisme is onjuist?
A
Toen Rusland een communistisch land werd, kreeg het de nieuwe naam 'de Sovjet-Unie' met een nieuwe vlag (zie plaatje hierboven)
B
Een kenmerk van het communisme is het toepassen van terreur.
C
De Russische Revolutie was in 1917
D
Stalin wordt gezien als oprichter van het communisme.

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het nationaal-socialisme, ook wel Nazi's
Kenmerken:
1. Dezelfde kenmerken als het facisme,  maar dan in Duitsland o.l.v. Hitler, plus
2. Racistisch (arische ras het beste) door het toepassen van de rassenleer
Polititieke partij: De NSDAP

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke politieke stroming heeft als kenmerk dat het racistisch is?
A
Het communisme
B
Het fascisme
C
Het nationaalsocialisme
D
Geen van de genoemde politieke stromingen is juist.

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beurskrach (24 oktober 1929 - 'zwarte donderdag')
Alle genoemde extreme manieren om een land te besturen (communisme, faciscme en nationaalsocialisme) kregen meer aanhangers toen vanaf 1929 een economische crisis ontstond in de VS en later de hele wereld raakte. Gevolg: bedrijven falliet, mensen ontslagen en grote armoede).
Volgende dia: Hoe ging het met Nederland in deze crisisjaren?                    Crisisjaren - Histoclips (+ 13:00)


Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Crisis in Nederland
Werklozen in Nederland kregen van de overheid een kleine uitkering.
Om zwartwerken te voorkomen moesten ze twee keer per dag naar een stempellokaal voor een stempel.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions