Par. 4.2 Tussen de wereldoorlogen

Leerdoelen opschrijven
1. Hoe werd Rusland een totalitaire dictatuur?
2. Wat is het veschil tussen het kapitalisme en het communisme?

Klaar? Lees "Dictatuur in Rusland" op blz. 59
2. Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
3. Wat zijn de verschillen tussen het kapitalisme, communisme en facisme?
4. Noem de drie politieke stromingen die begin vorige eeuw opkwamen en hun bijbehorende kenmerken.
5. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de (economische) crisisjaren van de jaren '30?
6. Hoe is Duitsland een totalitaire dictatuur geworden?


timer
3:00
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen opschrijven
1. Hoe werd Rusland een totalitaire dictatuur?
2. Wat is het veschil tussen het kapitalisme en het communisme?

Klaar? Lees "Dictatuur in Rusland" op blz. 59
2. Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
3. Wat zijn de verschillen tussen het kapitalisme, communisme en facisme?
4. Noem de drie politieke stromingen die begin vorige eeuw opkwamen en hun bijbehorende kenmerken.
5. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de (economische) crisisjaren van de jaren '30?
6. Hoe is Duitsland een totalitaire dictatuur geworden?


timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen opschrijven
3. Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
4. Wat zijn de kenmerken van het fascisme?

Klaar? Lees "Dictatuur in Italië" op blz. 60
2. Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
3. Wat zijn de verschillen tussen het kapitalisme, communisme en facisme?
4. Noem de drie politieke stromingen die begin vorige eeuw opkwamen en hun bijbehorende kenmerken.
5. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de (economische) crisisjaren van de jaren '30?
6. Hoe is Duitsland een totalitaire dictatuur geworden?


timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
5. Hoe ging het met de economie in de jaren 1920 en 1930?
6. Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur?

Klaar? Lees "Het verhaal van de Hitlerjugend" op blz. 61

Slide 3 - Diapositive

Studiewijzer 2mh1
30/01: Par. 4.1 De Eerste Wereldoorlog
06/02: Par. 4.1 De Eerste Wereldoorlog
08/02: -
12/02: Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen + PO beginnen
13/02: Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen + Werken aan de PO
Voorjaarsvakantie
26/02: Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen 
27/02: Par.  4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
04/03: Par. 4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
05/03: Par. 4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
11/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog 
12/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog + PO INLEVEREN
18/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog  
19/03: Extra
TOETSWEEK P3:
Hoofdstuk 4

Slide 4 - Diapositive

Studiewijzer 2mh3
29/01: Par. 4.1 De Eerste Wereldoorlog
01/02: Par. 4.1 De Eerste Wereldoorlog
05/02:  Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen
8/02: - 
12/02: Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen + PO
15/02: Par. 4.2 Tussen de Wereldoorlogen + Werken aan de PO
Voorjaarsvakantie
26/02: Par. 4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
29/02:  Par. 4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
04/03: Par.  4.3 De Tweede Wereldoorlog in Europa
07/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog 
11/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog 
18/03: Par. 4.4 Nederland in de wereldoorlog PO INLEVEREN
21/03: Voorbereiden toetsweek
19/03: Extra
TOETSWEEK P3:
Hoofdstuk 4

Slide 5 - Diapositive

Vandaag
1. Uitleg par. 4.2
2. Leerdoelen bespreken
3. Uitleg PO + Werken
4. Afsluiten

Slide 6 - Diapositive

WOI
WOII
Interbellum

Slide 7 - Question de remorquage

Kapitalisme
Een economische systeem waarbij het draait om:

  • Winst
  • Privébezit
  • Concurrentie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Rusland wordt Sovjet-Unie
Rusland WO1: het ging slecht in de oorlog. Het volk had honger. Dit leidde tot protesten tegen de regering. 

De tsaar (keizer) trad af; er kwamen verkiezingen, maar er bleef chaos in het land. 


Slide 10 - Diapositive

Russische Revolutie 1917
Rusland werd een dictatuur (alleenheerschappij) o.l.v. Lenin. Hij voert het communisme (radicaal socialisme) in. Het kapitalisme werd afgeschaft. Het communistische partij had de macht in de naam van de arbeidersklasse. 

Slide 11 - Diapositive

Kenmerken communisme:

1. Alle bezit is van de staat;
2. Er is 1 leider. Hij (zij) heeft alle macht;
3. Er is een totalitaire staat (de staat beheerst de volledige samenleving, bv manier van denken);
4. Alle andere politieke partijen zijn verboden;
5. De bevolking wordt onderdrukt met terreur (bangmakerij met geweld);

Slide 12 - Diapositive


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag (stafkampen)
  • opvoedingskampen en dwangarbeid. 

Slide 13 - Diapositive

DE SOVJET-UNIE

Slide 14 - Diapositive

De Sovjet-Unie onder Stalin, 1922-1953


  • Industrialisatie (mijnen, spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industriearbeider).
  • De planeconomie in (de overheid bepaalt per 5 jaar wat boerderijen en fabrieken moeten produceren)
  • Onderdrukking
  • De samenleving werd totalitair: de overheid beheerst de samenleving.

Slide 15 - Diapositive

Afgelopen les...

  • De Sovjet-Unie onder Stalin, 1922-1953
  • Industrialisatie (mijnen, spoorlijnen en kanalen gebouwd. Miljoenen boeren werden industriearbeider).
  • De planeconomie in (de overheid bepaalt per 5 jaar wat boerderijen en fabrieken moeten produceren)
  • Onderdrukking
  • De samenleving werd totalitair: de overheid beheerst de samenleving.

Slide 16 - Diapositive

Kapitalisme vs Communisme
Communisme
kapitalisme
SU
VS
Dictatuur
democratie
onderdrukking
vrijheid
gelijkheid
grote verschillen rijk en arm

Slide 17 - Diapositive

Fascisme


  • Sinds 1861 een eenheid met koning en regering.
  • Na de Eerste Wereldoorlog: het gaat economisch slecht in Europa: mensen hebben weinig vertrouwen meer in hun democratische regering.
  • De koning noemt Benito Mussolini tot premier. 
  • Het Fascisme (politieke beweging) komt op. 
Benito Mussolini

Slide 18 - Diapositive

Het fascisme
Kenmerken:
1. Er is een dictator die bepaalt wat goed is (bv Mussolini in Italië);
2. Fascisme is antidemocratisch, totalitaire en extreem nationalistisch (eigen staat is belangrijkst);
3. Geweld is goed (geen woorden, maar daden), knokploegen  bewaken met geweld de rust. 
5. De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
6. Toepassen van indoctrinatie (het opdringen en inprenten - hersenspoeling - van fascistisch ideeën via media, bv. kranten, radio en films). 
Volgende dia: Cliphanger 'Wat is facisme'? (1:26)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

 VS 1900-1929
- VS was vanaf 1900 het rijkste land ter wereld
- De WOI had een gunstig effect op de Amerikaanse economie
- jaren 20: groot optimisme en welvaart 

Slide 21 - Diapositive

Beurskrach (24 oktober 1929 - 'zwarte donderdag')
 1929: grote economische crisis in de VS. Door de internationale handelscontracten werd de crisis een wereldcrisis. 
Gevolg: bedrijven failliet, mensen ontslagen en grote armoede.
Volgende dia: Hoe ging het met Nederland in deze crisisjaren?                    Crisisjaren - Histoclips (+ 13:00)


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Crisis en fascisme
  • Duitsland --> Verdrag van Versailles. 
  • VS wil Duitsland helpen. 
  • 1929 --> zware crisis. 
  • Fascisme wordt populair in de Europese landen. 

Slide 24 - Diapositive

Nationaal-socialisme
Hitler voegt één ding toe aan het fascisme: 
rascisme / antisemitisme (jodenhaat)
--> nationaalsocialisme, ook wel nazisme genoemd. 
--> partij NSDAP

Slide 25 - Diapositive

De NSDAP wint de parlementsverkiezingen in 1932.
Kenmerken:
1. Dezelfde kenmerken als het fascisme,  maar dan in Duitsland o.l.v. Hitler, plus
2. Racistisch (arische ras het beste) door het toepassen van de rassenleer
Polititieke partij: De NSDAP

Slide 26 - Diapositive

Hitler wordt dictator
1933: Parlementsgebouw in brand

Hitler krijgt tijdelijk de macht om ze aan te pakken. 

Zodra hij aan de macht is... schaft hij de democratie af! NSDAP nog enkel toegestaan...

Alleenheerser in een totalitaire samenleving.

Hitler wordt dictator - alleenheerser - hij laat zich Führer noemen (leider).

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Begrippen overhoren, par. 4.1

Slide 29 - Diapositive

Opdrachten maken en bespreken
Par. 4.1, blz. 67, opdracht 3a,b en c. 
Par. 4.2, opdrachten 1 t/m 4

Zelfstandig en in stilte
Klaar? Maak opdracht 5 (huiswerk) en lees par. 4.2
timer
10:00

Slide 30 - Diapositive

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek par. 4.2 opdrachten 1 en 2
Zelfstandig en in stilte
10 minuten
Klaar? Antwoord de leerdoelen
timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen antwoorden
1. Hoe werd Rusland een totalitaire dictatuur?
  • De communisten grepen in 1917 onder leiding van Lenin de macht in Rusland. Rusland kreeg de naam Sovjet-Unie. Onder Lenin en Stalin werd de Sovjet-Unie een communistisch didactuur.   
2. Wat is het veschil tussen het kapitalisme en het communisme?
  • In het kapitalisme is er vrijheid van meningsuiting, democratie en een vrije markt economie. In het communisme is er geen vrijheid van meningsuiting, er is een dictatuur en een planeconomie. 

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen antwoorden
3. Hoe werd Italië een totalitaire dictatuur?
De koning noemt Benito Mussolini tot premier.
4. Wat zijn de kenmerken van het fascisme?
Er is een dictator. Fascisme is antidemocratisch, totalitaire en extreem nationalistisch. Geweld is toegestaan, de vrouw is ondergeschikt en de mensen worden geïndoctrineerd (hersenspoeling).

Slide 33 - Diapositive

5. Hoe ging het met de economie in de jaren 1920 en 1930?
  • In 1920 ging het goed met de economie. Mensen hadden geld om veel producten te kopen. In 1929 ontstond echter een economische crisis die zich vanuit de VS naar de hele wereld verspreidde.
6. Hoe werd Duitsland een totalitaire dictatuur?
  • Hitler was de leider van de NSDAP.  In 1932 kreeg zijn partij de meeste zetels in het parlement. In 1933 vond de Rijksdagbrand plaats, waarna Hitler tijdelijk alle macht kreeg. Zo werd Duitsland al snel een totalitaire dictatuur.

Slide 34 - Diapositive

Uitleg PO
Eerst opleten, daarna aan de slag!

Slide 35 - Diapositive