feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Heb je de telefoon ingeleverd?

Magister

Kan iedereen nu in Magister?

Wie kan Magister niet in de app openen?

DOEL

Aan het einde van de les kan je meningen, feiten, standpunten en argumenten in een tekst herkennen.  

WAT IS HET VERSCHIL?

FEIT

- controleerbaar 

- let op: niet iets wat waar is.

MENING

- je vindt iets

- je kunt het ermee eens of oneens zijn

- ik vind...

- volgens mij... 

Tekst

Tekst

FEIT

Feiten & meningen

Wat is een feit? En wat is een mening?

FEIT

MENING

Turnen is een gave sport

Het aantal calorieën in een Snickers is 321

Een iPhone 13 kost bij bol.com 810 euro. 

Het familieweekend in de Ardennen vond ik erg gezellig. 

Dat is duur!

Van regen word je nat.

ARGUMENT

Bij een mening hoort een argument.

Met een argument leg je uit waarom je iets vindt. 

Een argument begint bijvoorbeeld met: omdat, want, daarom 

Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

'...want het is een veelzijdig vak.'

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.

1. Feit
2. Mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.

1. feit
2. mening
3. argument

Aan de slag.

Pak je boek op blz 39 t/m 42

maken; opdracht 1 t/m 4

Tot de volgende les!