Nederlands Strux H10 Woorden met -ee en -uw aan het einde

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

Slide 1 - Diapositive

Nederlands taalverzorging H10
-ee en -uw aan het eind

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les:
Ik leer woorde schrijven  met -ee en -uw achteraan.

-ee: zoals in twee of zee
-uw: zoals in ruw of duw

Slide 3 - Diapositive

meervoud
Woorden met -ee aan het einde blijven hetzelfde als je ze in het meervoud zet.

enkelvoud: dictee            meervoud: dictees

Slide 4 - Diapositive

Gebruik je wisbordje

Bedenk minimaal 1 woord met een -ee aan het eind van een woord. (meer mag natuurlijk ook!)

Slide 5 - Diapositive

meervoud
Woorden met: -uw aan het eind blijven hetzelfde als je ze in het meervoud zet.

enkelvoud: 1 zwaluw        meervoud: 2 zwaluwen

Slide 6 - Diapositive

Gebruik je wisbordje
Bedenk minimaal 1 woord met een -uw aan het eind van een woord. (meer mag natuurlijk ook!)

Slide 7 - Diapositive

rijmwoorden
Rijmwoorden staan aan het einde van een zin.
Ze rijmen op elkaar.
Ze klinken bijna hetzelfde.
b.v. gedicht/gewicht/gezicht
licht/nicht/dicht

Slide 8 - Diapositive

Maken: H10 
Opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 (blz. 42-47)
blz. 48 opdracht 8b rijmwoorden
Alleen de 6 woorden van blz. 49 invullen.
Opdracht 8 van blz.45/46 maak je in lessonup voor een cijfer!




Slide 9 - Diapositive

Je maakt je eigen dictee
Bij elke opdracht bedenk je zelf 2 woorden.

Slide 10 - Diapositive

mkm-woorden (korte klank)
b.v. kat
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 11 - Question ouverte

mkm-woorden (lange klank)
b.v. boos
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 12 - Question ouverte

Tweetekenklanken
b.v. huis, deur, boek
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 13 - Question ouverte

mkmm-woorden
b.v. zand, hulp
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 14 - Question ouverte

mmkm-woorden
b.v. stop, brug, zwem
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 15 - Question ouverte

f/v-woorden
b.v. wolf-woven
Schrijf er nu zelf 3 op.

Slide 16 - Question ouverte

s/z-woorden
b.v. huis-huizen
Schrijf er nu zelf 3 op.

Slide 17 - Question ouverte

Woorden op -ee en -uw
b.v. dictee en ruw
Schrijf er van beide, 2 op.

Slide 18 - Question ouverte