Nederlands Strux H10 Woorden met -ee en -uw aan het einde.

Nederlands 
-ee en -uw aan het eind
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
-ee en -uw aan het eind

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
Ik leer woorden schrijven  met -ee en -uw achteraan
en ik weet wat rijmwoorden zijn en kan ze maken.

-ee: zoals in twee of zee
-uw: zoals in ruw of duw

Slide 2 - Diapositive

meervoud
Woorden met -ee aan het einde blijven hetzelfde als je ze in het meervoud zet.
enkelvoud: dictee            meervoud: dictees

Slide 3 - Diapositive

meervoud
Woorden met: -uw aan het eind blijven hetzelfde als je ze in het meervoud zet.
enkelvoud: 1 zwaluw        meervoud: 2 zwaluwen

Slide 4 - Diapositive

rijmwoorden
Rijmwoorden staan aan het einde van een zin.
Ze rijmen op elkaar.
Ze klinken bijna hetzelfde.
b.v. gedicht/gewicht/gezicht/licht/nicht/dicht

Slide 5 - Diapositive

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Heb je zin in een kopje.....?

Slide 6 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Stop je pasje in je porte..............

Slide 7 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Dat lijkt me een goed i.........!

Slide 8 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Ik heb een 7 voor mijn dic...........

Slide 9 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
In de boom zit een chimp..........

Slide 10 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Ons team staat op plaats .......

Slide 11 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Ik heb een hekel aan aardappelpu....

Slide 12 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Ik eet graag pur..

Slide 13 - Question ouverte

Vul het goede woord in met een ee op het eind:
Veel geld? Wat moet ik er....!

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf zelf 5 woorden op die eindigen op de letter ee.

Slide 15 - Question ouverte

Het meervoud van:
1 zwaluw  is 2 zwaluwen

Vul bij de volgende oefeningen het goede woord met uw achteraan in.

Slide 16 - Diapositive

Vul het goede woord in en denk na over enkelvoud of meervoud.
De zw............vliegen over het water.

Slide 17 - Question ouverte

Vul het goede woord in en denk na over enkelvoud of meervoud.
Je sch......... gaat altijd met je mee.

Slide 18 - Question ouverte

Vul het goede woord in en denk na over enkelvoud of meervoud.
De plank is erg r..

Slide 19 - Question ouverte

Vul het goede woord in en denk na over enkelvoud of meervoud.
In je lichaam zitten veel zen..........

Slide 20 - Question ouverte

Bedenk zelf 5 andere woorden met uw achteraan en schrijf ze op.

Slide 21 - Question ouverte

Bedenk een woord dat rijmt op:
acht

Slide 22 - Question ouverte

Bedenk een woord dat rijmt op:
zocht

Slide 23 - Question ouverte

Alle vragen door elkaar!
Nu volgen er opdrachten door elkaar van hoofdstukken die je eerder hebt gehad.
Weet jij nog hoe het moet?
Succes.

Slide 24 - Diapositive

mkm-woorden (korte klank)
b.v. kat
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 25 - Question ouverte

mkm-woorden (lange klank)
b.v. boos
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 26 - Question ouverte

Tweetekenklanken
b.v. huis, deur, boek
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 27 - Question ouverte

mkmm-woorden
b.v. zand, hulp
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 28 - Question ouverte

mmkm-woorden
b.v. stop, brug, zwem
Je schrijft er nu zelf 3 op.

Slide 29 - Question ouverte

f/v-woorden
b.v. wolf-wolven
Schrijf er nu zelf 3 op zoals in het voorbeeld.

Slide 30 - Question ouverte

s/z-woorden
b.v. huis-huizen
Schrijf er nu zelf 3 op zoals in het voorbeeld.

Slide 31 - Question ouverte

Woorden op -ee en -uw achteraan
b.v. dictee en ruw
Schrijf er van beide 2 op.

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf 2 woorden op die op elkaar rijmen!

Slide 33 - Question ouverte

Je huiswerk is klaar.
Goed gedaan!

Slide 34 - Diapositive