1Hb

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2Hd

1Hb

Nederlands

Les 1 & 2

Les-/leerdoelen:

1. We hebben met elkaar en het vak kennisgemaakt.

2. We hebben de planning van periode 1 doorgenomen.

3. We hebben de ELO getest & de uitleg over spelling bekeken. 

4. Je kunt uitleggen wanneer je hoofdletters gebruikt. 

5. Je hebt online paragraaf 1 van spelling gemaakt. 

Extra: We hebben een bezoek gebracht aan de bibliotheek. 

Bedenk een open interviewvraag.

Met of zonder hoofdletter?

1. December
2. december

Met of zonder hoofdletter?

1. Pinksteren
2. pinksteren

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?

1. dhr. van Leeuwen
2. Stef van Leeuwen
3. stef van Leeuwen
4. Stef Van leeuwen

Een komma geeft aan dat:

1. er een nieuwe zin komt
2. je even moet wachten voor je verder leest
3. dat er een nieuwe alinea komt

komma

1. Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
2. Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
3. Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
4. Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Huiswerk

- Online: paragraaf 1 van spelling maken

Les 3

Les-/leerdoelen:

1. Je hebt aangegeven waar je qua werkwoordspelling nog aandacht aan moet besteden. 

2. Je hebt uitleg over spelling van bijvoeglijk naamwoorden gekregen. 

3. Je hebt online spelling paragraaf 2 gemaakt.

Extra: We hebben een bezoek gebracht aan de bibliotheek. 

Bijvoeglijke naamwoorden

1. Met sinterklaas eten we  (marsepein) varkens en (zoet) muizen met chocolade.

2. De bouwvakker droeg schoenen met (staal) neuzen en een warme (fleece) hoodie.

3. Dat (gaaf) T-shirt is lekker koel in dit warme weer, maar mijn opa droeg 

’s zomers en ’s winters  (wol) truien.

4. Die (peperduur) design zonnebril van Ray-ban heeft een (titanium) frame.

Les 4

Programma: 

1. We hebben paragraaf 2 van spelling besproken. 

2. Je kunt de meervoudsvormen eindigend op -en/-s/-'s en woorden eindigend op -ee/-ie in het meervoud correct schrijven. 

3. Je maakt de Diatoets af. 

4. Je maakt paragraaf 3 van spelling. 

Extra: Lezen in je leesboek

Welke spelling is bij alle woorden juist?

1. depressies - parapluus - hobbies
2. depressies- paraplu's - hobby's
3. depressies - paraplu's - hobbies
4. depressies - parapluus - hobby's

Wat is de juiste spelling in het meervoud?
idee

1. idees
2. ideeen
3. ideeën
4. ideën

Wat is de juiste spelling in het meervoud?
technologie

1. technologies
2. technologieën
3. technologiën
4. technologieeën

Les 5

Programma: 

1. We hebben paragraaf 3 van spelling besproken. 

2. Je kunt verkleinwoorden spellen

3. Je maakt de Diatoets af. 

4. Je maakt paragraaf 4 van spelling. 

Extra: Lezen in je leesboek

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. Kano'tje
2. Kanotje
3. Kanoo'tje
4. Kanootje

Verkleinwoorden

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje
3. woningetje

Verkleinwoorden

1. harinkje - omaatje - cafeetje
2. haringetje - omaatje - cafeetje
3. harinkje - omaatje - cafétje
4. harinkje - oma'tje - cafétje

Afsluitende les

Opdracht:

1. Je verbetert de toets van je klasgenoot met potlood. 

2. Schrijf onderaan de toets 1 compliment & 1 tip. 

Klaar? Lezen in je leesboek.