Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Do 27 febr Etymologie en leenwoorden
Etymologie
Etymologie = studie naar de herkomst van woorden
Bijvoorbeeld:
- Leenwoorden
- Geoniemen
- Eponiemen
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Etymologie
Etymologie = studie naar de herkomst van woorden
Bijvoorbeeld:
- Leenwoorden
- Geoniemen
- Eponiemen
Slide 1 - Diapositive
ETYMOLOGIE
De herkomst van woorden
Slide 2 - Diapositive
Etymologie
Etymologie is de studie naar de herkomst van woorden in een bepaalde taal.
Slide 3 - Diapositive
Etymologie
wat denken jullie dat etymologie betekent?
Slide 4 - Diapositive
Leenwoorden
Een leenwoord is een woord dat van een andere taal is geleend.
Slide 5 - Diapositive
Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden
leenwoorden.
Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw? en uit welke talen halen we onze leenwoorden?
Slide 6 - Diapositive
Leenwoorden
Slide 7 - Diapositive
Over taal blok 4
Aan het einde van de les ken je de begrippen
leenwoorden
,
taalpuristen
en
etymologie
.
Slide 8 - Diapositive
Wat betekent 'taalpurist'?
A
Iemand die strijd tegen slordig en foutief taalgebruik
B
Iemand die onderzoek doet naar taal
C
Iemand die vindt dat taal mee moet veranderen met de gebruiker
D
Iemand die nieuwe woorden bedenkt.
Slide 9 - Quiz
4d. Welke mening hebben taalpuristen over deze uitspraak?
A
Taalpuristen zijn voorstander van de snelst groeiende ‘taal’ (emoji).
B
Taalpuristen zijn geen voorstander van de snelst groeiende ‘taal’ (emoji).
Slide 10 - Quiz
Uit welke taal zijn de onderstaande leenwoorden afkomstig?
Arabisch
Duits
Frans
Engels
Latijn
matras, koffie, caravan
föhn, ober, sowieso
chauffeur, horloge, ambulance
flat, team, baby
museum, agenda,
datum
Slide 11 - Question de remorquage
welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance
Slide 12 - Quiz
Welk leenwoord is niet afgeleid
van het Latijn?
A
alias
B
album
C
jaloers
D
agent
Slide 13 - Quiz
Het woord 'ambulance' is een leenwoord en komt uit het
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Arabisch
Slide 14 - Quiz
Welk woord is een leenwoord?
A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel
Slide 15 - Quiz
Leenwoorden komen altijd uit het Engels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Wat is de betekenis van etymologie?
A
oorsprong en geschiedenis van woorden
B
wetenschap over eten
C
bestudering van geschiedenis
D
oorsprong van eten
Slide 17 - Quiz
Welk woord is geen leenwoord?
A
douchen
B
scooter
C
wagen
D
make-up
Slide 18 - Quiz
Ik gebruik zelf leenwoorden.
A
Ja vaak
B
Nee
C
Ja een beetje
Slide 19 - Quiz
Wat is een leenwoord?
A
Plateau
B
Tomaat
C
Kreeft
D
Kinderkookcafé
Slide 20 - Quiz
Wat is een leenwoord uit het Latijn?
A
koukleum
B
museum
C
kasteel
D
boom
Slide 21 - Quiz
Wat is geen leenwoord?
A
garage
B
kassa
C
wc
D
deur
Slide 22 - Quiz
Is ballon een leenwoord?
A
Ja, Frans
B
Ja, Duits
C
Ja, Engels
D
Nee
Slide 23 - Quiz
'Sparerib' is een leenwoord uit het...
A
Spaans
B
Frans
C
Engels
Slide 24 - Quiz
Wat is GEEN leenwoord
A
courgette
B
slow-motion
C
trottoir
D
poriën
Slide 25 - Quiz
Wat is een leenwoord?
A
Presenteerblad
B
Gerecht
C
Chocoladetaart
D
Brasserie
Slide 26 - Quiz
Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam
Slide 27 - Quiz
Welk woord is een leenwoord?
A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen
Slide 28 - Quiz
Welk woord is géén leenwoord?
A
café
B
visite
C
graag
D
bureau
Slide 29 - Quiz
Welk woord is een leenwoord?
A
Belasting
B
Tekening
C
Ballon
D
Uitspraak
Slide 30 - Quiz
Wat is een leenwoord?
A
Een woord afkomstig uit een andere taal
B
woorden die taalpuristen graag gebruiken
C
Alleen Engelse woorden die we in Nederland gebruiken
D
Woord waar copyright op zit
Slide 31 - Quiz
Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen
Slide 32 - Quiz
welke woorden zijn leenwoorden?
A
champignon
B
cijfer
C
cadeau
D
tafel
Slide 33 - Quiz
Huiswerk voor vrij 28 febr
Leenwoorden en etymologie
wat betekent etymologie?
Maken opdr. 4 t/m 6 havo
Maken opdr. 4 en 5 vwo
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Do 8 febr Etymologie en leenwoorden
February 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Di 5 maart Etymologie en leenwoorden
March 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Kijk op taal H2: leenwoorden en etymologie
December 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
over taal blok 3 en 4 - les 4
April 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
periode taalkunde 15 mei 2020
January 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
TREDE 3 -> woordenschat (leenwoorden)
November 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Kijk op taal H2: leenwoorden en etymologie
August 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Plusklas Etymologie
March 2019
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8