Flex Karel de Grote

Flex
Karel de Grote

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Flex
Karel de Grote

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

bronopdracht Karel de Grote
 selecteer de bronnen > maak categorieen en plaats bronnen met een gelijkend onderwerp bij elkaar

bespreken
Wat vertellen deze bronnen je over Karel de Grote?

Slide 11 - Diapositive

Karel de Grote
- geboren in 742
- op zijn 12e tot koning 'gezalfd' door de paus
 - 53 x oorlog voeren
- +/- 3 x rond de wereld gereisd
- overleden 814

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat/welk verhaal vertelden de bronnen je over Karel de Grote?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Wie wist als eerste de Frankische stammen te verenigen?
A
Karel de Grote
B
Clovis
C
Pepijn III
D
Karel Martel

Slide 21 - Quiz

Wat zijn vazallen?
A
Huursoldaten die vechten voor geld
B
Ridders die een stuk land besturen
C
Krijgers die door de koning worden onderhouden
D
Trouwe onderdanen van de koning

Slide 22 - Quiz

Karel de Grote leefde in de tijd van Grieken en Romeinen.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Welke gebeurtenis had een grote invloed op de val van het Romeinse Rijk?
A
Karel de Grote wordt keizer
B
De pest
C
Slechte koningen
D
Volksverhuizingen

Slide 24 - Quiz

Van welke Germaanse stam was Karel de Grote de baas?
A
Franken
B
Saksen
C
Friezen
D
Romeinen

Slide 25 - Quiz

Wie speelde een grote rol in het verdrijven van de moslims uit Europa?
A
Clovis
B
Karel Martel
C
Pepijn III
D
Karel de Grote

Slide 26 - Quiz

Welk geloof had Clovis?
A
Romeinse godsdienst
B
Jodendom
C
Christendom
D
Islam

Slide 27 - Quiz

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Waarom kon Karel de Grote niet in zijn eentje het Frankische Rijk besturen?

Slide 29 - Question ouverte

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 30 - Quiz

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 31 - Quiz

Graven en hertogen zijn voor Karel de Grote leenmannen
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quiz

Een leenman splitste vaak zijn land weer in kleinere stukken land in leen aan lagere edelen.
A
Goed
B
Fout

Slide 33 - Quiz

De leenheer beloofde de leenman met raad en daad bij te staan.
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

het ontstaan van een standenmaatschappij
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent  die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen).  Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.

Slide 36 - Diapositive

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.

Slide 37 - Diapositive

Dit zijn schaakstukken van een schaakspel uit de twaalfde eeuw, die ook wel The Lewis Chessman worden genoemd. Ze zijn gemaakt van walrustand.

Sleep de onderdelen naar de juiste schaakstukken.
Adel
Geestelijkheid
Ridder
Koning
Bisschop

Slide 38 - Question de remorquage

Slide 39 - Diapositive


En nu natuurlijk de belangrijkste vraag: 
Waarom wordt hij Karel de Grote genoemd?
Schrijf in het kort op waarom jij denkt dat hij zo wordt genoemd. 

Slide 40 - Question ouverte


Maar...
Waarom wordt hij ook 'vader van Europa' genoemd?
Schrijf in het kort op waarom jij denkt dat hij zo wordt genoemd. 

Slide 41 - Question ouverte

0

Slide 42 - Vidéo