Pincode TL3 Hoofdstuk 3 par. 1

PINCODE TL3 - 6e druk

Hoofdstuk 3

Paragraaf 1

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

PINCODE TL3 - 6e druk

Hoofdstuk 3

Paragraaf 1

Slide 1 - Diapositive

DIRECTE RUIL
DE RUIL VAN GOEDEREN EN/OF DIENSTEN TEGEN GOEDEREN EN/OF DIENSTEN

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Geef een voorbeeld van directe ruil

Slide 4 - Question ouverte

INDIRECTE RUIL
DE RUIL VAN GOEDEREN EN/OF DIENSTEN TEGEN GELD OF GELD TEGEN GOEDEREN EN/OF DIENSTEN

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Geef een voorbeeld van indirecte ruil

Slide 7 - Question ouverte

GELDFUNCTIES

* REKENMIDDEL (prijzen vergelijken)

* RUILMIDDEL (kopen)

*SPAARMIDDEL (geld opzij zetten)

Slide 8 - Diapositive

Er volgt nu een meerkeuzevraag.

Je hebt 10 seconden om te antwoorden.

Slide 9 - Diapositive

Als je geld opzij legt voor een vakantie, is geld een spaarmiddel
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Er volgt nu een meerkeuzevraag.

Je hebt 10 seconden om te antwoorden.

Slide 11 - Diapositive

Geld is een ruilmiddel als je de prijs van verschillende telefoons vergelijkt
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Er volgt nu een meerkeuzevraag.

Je hebt 10 seconden om te antwoorden.

Slide 13 - Diapositive

Wanneer je iets koopt, gebruik je geld als rekenmiddel
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

CHARTAAL GELD

Munten en bankbiljetten

Slide 15 - Diapositive

GIRAAL GELD
Tegoeden op betaalrekeningen

Slide 16 - Diapositive

Er volgt nu een meerkeuzevraag.

Je hebt 10 seconden om te antwoorden.

Slide 17 - Diapositive

Op mijn spaarrekening staat € 100.
Is dit chartaal geld of giraal geld?
A
chartaal
B
giraal
C
geen van beide
D
beide

Slide 18 - Quiz

SALDO
Het bedrag dat op je bankrekening staat

Slide 19 - Diapositive

Als er geld op je rekening staat,

 noemen we dat

een positief saldo of een creditsaldo


Als je een tekort hebt,

 noemen we dat

een negatief saldo of een debetsaldo.

Slide 20 - Diapositive

CREDITCARD

Slide 21 - Diapositive

CREDITCARD

* BETALEN MET GELEEND GELD

* TERUGBETALEN NA ENKELE WEKEN

* 3 CREDITCARDMAATSCHAPPIJEN:    

                      MASTERCARD

                      AMERICAN EXPRESS

                      VISA


Slide 22 - Diapositive

Verschillen tussen

 pinpas            en            creditcard:

* betalen met eigen geld       * betalen met geleend geld


* geld gaat meteen van          * geld gaat pas na enkele

   je rekening af                            weken van je rekening af


* minderjarig en meerder-    * alleen als je meerderjarig

   jarig                                             bent

Slide 23 - Diapositive

Verschillen tussen

 pinpas            en            creditcard:

* betalen met eigen geld       * betalen met geleend geld


* geld gaat meteen van          * geld gaat pas na enkele

   je rekening af                            weken van je rekening af


* minderjarig en meerder-    * alleen als je meerderjarig

   jarig                                             bent

Slide 24 - Diapositive