Fictieopdracht - opstel

PO Literatuur -fotoreportage
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je voor je presentatie gaat beschrijven. 

Je kunt de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PO Literatuur -fotoreportage
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je voor je presentatie gaat beschrijven. 

Je kunt de filmpjes gebruiken bij de uitwerking van de literaire begrippen. 

Veel succes!

Slide 1 - Diapositive

Vooraf - voorbereiding
  1. Keuze boek
  2. Keuze klasgenoten
  3. Duidelijkheid over de opdracht (zie leesdossier)
  4. Taakverdeling 

Slide 2 - Diapositive

Literaire begrippen 
1. Personages
2. Perspectief en vertelsituatie
3. Tijd 
4. Ruimte
5. Thema's en motieven

Slide 3 - Diapositive

LB - Personages 
  
Je leert de personen in verhalen op de volgende manier kennen:
1. door wat ze doen en zeggen,
2. door hun reacties in moeilijke situaties en op anderen,
3. door wat ze denken, voelen, willen, moeilijk vinden,
4. door wat andere personen over hen denken of zeggen,
5. door wat de verteller over hen zegt.

Slide 4 - Diapositive

Hoofdpersoon beschrijven
Maak van je beschrijving(en) gebruik van de punten 
- Het innerlijk van je hoofdpersoon
- Het uiterlijk van je hoofdpersoon
- Leeftijd, familie, school, hobby’s, andere opvallende, belangrijke zaken
- De ontwikkeling van de hoofdpersoon in het verhaal
- Is de hoofdpersoon realistisch en kon je je inleven?
 - Kenmerken


Slide 5 - Diapositive

BELANGRIJK!!
Maak bij het beschrijven van je hoofdpersoon altijd gebruik van citaten en voorbeelden. Van de bijpersonen beschrijf je kort de belangrijkste kenmerken    

Bekijk het filmpje over personages (volgende slide) 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

LB - Vertelperspectief
Er zijn vier verschillende perspectieven om een verhaal te vertellen. 

Bekijk het filmpje over Vertelperspectief  (volgende slide) 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

LB - Tijd
Bij dit aspect breng je het tijdgebruik van de schrijver in beeld door:
1. de vertelde tijd in beeld te brengen
2. op de verteltijd in te gaan
3. de historische tijd waarin het verhaal speelt te laten zien.

 (Kijk het volgende filmpje voor meer uitleg) 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

LB - Plaats en ruimte 

Wat kan je vertellen over de plaats en ruimte?


Bekijk het filmpje over ruimte (volgende slide) 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

LB - Thema's en motieven
Het thema van een boek geeft duidelijk aan waar het boek écht over gaat, wat het hoofdonderwerp is (vriendschap bijvoorbeeld). Motieven maken duidelijk welke zaken steeds terugkeren in het verhaal. Dit kunnen bijvoorbeeld bepaalde tegenstellingen, uitspraken, handelingen/acties, gedachtes of ideeën (van een personage) zijn.
Bekijk het filmpje over thema's en motieven(volgende slide) 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Literaire begrippen die terug moeten komen in de fotoreportage
1. Personages
2. Perspectief en vertelsituatie
3. Tijd 
4. Ruimte
5. Thema's en motieven

Slide 17 - Diapositive

Aandachtspunten bij het schrijven
      Als je straks je verhaal gaat schrijven, let dan op de volgende dingen:
  • Maak gebruik van de informatie uit je voorbereiding.
  • Zorg dat je openingszin vragen oproept zodat je lezer na deze zin verder wil lezen.
  • Zorg ervoor dat de karakters van de personages duidelijk naar voren komen.
  • Zorg dat je verschillende vormen van spanning in je verhaal verwerkt.
  • Zorg ervoor de je manier van schrijven uitnodigt om verder te lezen, dat het vaart heeft, pakkend en creatief is.
  • Zorg voor een mooie einde voor je verhaal.
  • Zorg voor een duidelijke opmaak: dus kies een goede titel voor je verhaal, verdeel je tekst goed in alinea's.

Slide 18 - Diapositive

Het verhaal schrijven
Open een Word-document, stel het in op lettertype Arial 12, gebruik regelafstand 1 en lijn je tekst links uit.

Schrijf je verhaal en volg daarbij natuurlijk je gegevens uit je voorbereiding.

Slide 19 - Diapositive

Klaar?
Voordat je inlevert, lees dan je hele tekst nog een keer door. Het best is om dit hardop te doen, zodat je hoort of er nog zinnen zijn die niet lekker lopen. Let hierbij natuurlijk op je spelling!

Alles verbeterd en helemaal tevreden? Lever dan je tekst in via Magister-opdrachten.

Slide 20 - Diapositive

The end

Slide 21 - Diapositive

Een verhaal schrijven
Deel twee van je fictiedossier

Slide 22 - Diapositive

Opdracht

Voor deze opdracht werk je deze hele Lessonup door. Ook hiervoor krijg je punten dus doe het serieus. Het eindproduct, je verhaal, lever je in via Magister-opdrachten. Je tekst wordt minimaal anderhalf A-4'tje lang.

Slide 23 - Diapositive