werkwoorden thema 5 herhaling groep 8
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is de ik-vorm van het
werkwoord " bouwen" ?
werkwoord " bouwen" ?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "veranderen"?
werkwoord "veranderen"?
Slide 4 - Carte mentale
Wat is de ik- vorm/stam van het
werkwoord "zweven"?
werkwoord "zweven"?
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de ik-vorm/stam van het
werkwoord "blazen"?
werkwoord "blazen"?
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
verdwalen
Het ...............kind huilde hard.
Het ...............kind huilde hard.
Slide 8 - Question ouverte
vergroten
Na de vermissing.............de politie het gebied.
Na de vermissing.............de politie het gebied.
Slide 9 - Question ouverte
lopen
Met deze sneeuw ga ik...............naar school.
Met deze sneeuw ga ik...............naar school.
Slide 10 - Question ouverte
beantwoorden
Vorig jaar .................jij die brief wel!
Vorig jaar .................jij die brief wel!
Slide 11 - Question ouverte
broeden
De.............kip zat op het nest.
De.............kip zat op het nest.
Slide 12 - Question ouverte
kletsen
De meisjes liepen................door de gang.
De meisjes liepen................door de gang.
Slide 13 - Question ouverte
verbreden
De...............weg is nu alweer afgesloten.
De...............weg is nu alweer afgesloten.
Slide 14 - Question ouverte
graven (VT)
Hij.................een groot gat op het strand.
Hij.................een groot gat op het strand.
Slide 15 - Question ouverte
mompelen
De.................mummie liep doelloos rond.
De.................mummie liep doelloos rond.
