Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

• Taal
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Voltooid deelwoord

 Geeft aan dat de handeling van het werkwoord voltooid is  (klaar is)

Bijvoorbeeld:

• Gelopen - Het lopen is klaar
• Gekregen - Het krijgen is klaar
• Ge-, be-, ver-
  

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. Gelopen
2. Verzorgd
3. Gewerkt
4. Worden

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
''Na het eten hebben we samen nog in het zwembad gezwommen.''

1. hebben
2. zwembad
3. samen
4. gezwommen

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Uitleg:

Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelfstandig naamwoord en is geen werkwoord. Het zegt dan iets over dat zelfstandig naamwoord.

--> Het geredde kind, de geplukte druiven.

Het bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord schrijf je altijd zo simpel mogelijk

Voorbeeld

Het huis is verwoest --> Voltooid deelwoord

Het verwoeste huis is onbewoonbaar --> Bijvoeglijk gebruikt

Voorbeeld

Het hout is verbrand --> Voltooid deelwoord

Het verbrande hout --> Bijvoeglijk gebruikt

Let op!

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk op

• één t of één d
  

De weg is verbreed --> De verbrede weg

Hij vergrootte de foto --> De vergrote foto

Let op!

Voltooid deelwoord --> bijvoeglijk gebruik

Gedood --> de gedode kip

Gebraden --> de gebraden kip

Welke vorm is juist?

1. Het geprintte werkstuk
2. Het geprinte werkstuk

welke vorm is juist?

1. Het vermalen graan
2. Het vermale graan

Welke vorm is juist?

1. Het gedoode hert
2. Het gedoodde hert
3. het gedode hert
4. het gedodde hert

Welke vorm is juist?

1. Het verbrande huis
2. Het verbrandde huis

Welke vorm is juist?

1. De gevluchtte kat
2. De gevluchte kat

Vul de juiste vorm in:
Ik liep langs de ... muur (verven)

Vul de juiste vorm in:
Het ... vliegtuig (landen)

Vul de juiste vorm in:
De ... aardbeien werden gelijk opgegeten (plukken)

Vul de juiste vorm in:
De ... tafel (dekken)

Bijvoeglijk naamwoord als onvoltooid deelwoord

-

Het lachende meisje

De mompelende opa

Het onvoltooide deelwoord geeft aan dat iets nog niet klaar is.

Ik heb thuis een ____ (wandelen) tak.

1. gewandelde
2. wandelde
3. wandelende

De auto kwam met ____ (piepen) remmen tot stilstand.

1. piepte
2. piepende
3. gepiepte

We spelen voor het _____ (beslissen) punt.

1. beslissende
2. besliste
3. beslisste