Arm en rijk 1.1 t/m 1.4
Het eerste tijdvak heet:
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van jagers en verzamelaars
C
Tijd van de nomaden
1 / 20
Éléments de cette leçon
Het eerste tijdvak heet:
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van jagers en verzamelaars
C
Tijd van de nomaden
Slide 1 - Quiz
Jagers-verzamelaars waren nomaden, omdat
A
Er altijd genoeg voedsel was bij hun woonplaats
B
Ze geen vaste woonplaats hadden
C
Ze hielden van afwisseling in hun eten
Slide 2 - Quiz
Waarom hadden jagers en verzamelaars weinig bezittingen?
Slide 3 - Question ouverte
Jager-verzamelaars woonden in grote, stevige huizen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Jager-verzamelaars maakten al hun werktuigen zelf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Jager-verzamelaars jaagden op wilde dieren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Jager-verzamelaars kochten hun groenten in een winkel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
De tijd waaruit we geen geschreven bronnen hebben heet de
A
Geschiedenis
B
History
C
Prehistorie
Slide 8 - Quiz
Wat zijn geschreven bronnen?
Slide 9 - Question ouverte
Landbouwrevolutie
Slide 10 - Carte mentale
Noem twee verschillen in manier van leven tussen jager-verzamelaars en boeren.
Slide 11 - Question ouverte
Basisbehoeften
Slide 12 - Carte mentale
Wat is een scharreleconomie?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is welvaart?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is welzijn?
Slide 15 - Question ouverte
De gezondheid kun je meten door te kijken naar...
Slide 16 - Question ouverte
Onderwijs meet je door te kijken hoeveel mensen kunnen...
Slide 17 - Question ouverte
Voor de koopkracht kijk je naar
Slide 18 - Question ouverte
De ontwikkelde landen, dus rijke landen.
De armste landen van de wereld.
De landen die rijker worden
Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Slide 19 - Question de remorquage
Alle mensen die werken of kunnen werken
Werk waarbij producten gemaakt worden
Werk waarbij je anderen van dienst bent of helpt
Je werkt op kleine/grote boerenbedrijven om voedsel voor jezelt te verbouwen
Beroepsbevolking
Industrie
Diensten
Landbouw
