Herhaling 1A M&M H1 Arm & Rijk

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Vandaag in de les!

Een herhalings-Quiz over hoofdstuk 1!

Wat weet je nog? 

Wat vind je nog moeilijk?

Werkboek inzien.

Wat is een revolutie?

1. een manier om aan voedsel te komen
2. een historische periode
3. een ingrijpende, grote verandering

Landbouwrevolutie

1. De verandering van jager-verzamelen naar landbouw
2. Mensen wonen in dorpen en leven van landbouw
3. Planten verbouwen en dieren fokken
4. spullen, producten

Wat is GEEN basisbehoefte?

1. Eten & drinken
2. Onderdak
3. Electriciteit
4. Gezondheidszorg

Wat is de beroepsbevolking?

1. Iedereen die werkt of werkloos is
2. Iedereen die werkt
3. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
4. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Wat is akkerbouw?

1. Landbouw
2. Veeteelt
3. Landbouw + veeteelt

Er is altijd elektriciteit in een krottenwijk.

1. Waar
2. Niet waar

In welk land is er veel scharreleconomie?

1. Duitsland
2. Senegal
3. beide

Wat is cultuur?

1. Samen met elkaar eten
2. Alles wat je doet in het dagelijks leven
3. Samen met je familie op vakantie gaan
4. Alles wat is aangeleerd

Wat is welvaart?

1. hoeveel er wordt verdiend in een land
2. hetzelfde als welzijn
3. hoe goed iemand kan leven
4. wat de 4 basisbehoeftes zijn

Wat is een samenleving?

1. Mensen die in een land samenleven
2. Mensen die elkaar discrimineren
3. Mensen die niet met elkaar praten

Sociaal betekent..

1. Brutaal
2. Met gevoel voor anderen
3. Onhandig
4. Anderen niet aardig vinden

Landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?

1. akkerbouw + landbouw = veeteelt
2. landbouw + veeteelt = akkerbouw
3. veeteelt + akkerbouw = landbouw

Wat is een kenmerk van de samenleving van jager-verzamelaars?

1. Ze hadden vast een vaste woonplaats.
2. Ze woonden in stevige huizen.
3. Ze konden alles vinden of maken in hun directe omgeving.
4. Ze joegen alleen op kleine dieren.

Een ontwikkelingsland zal altijd een ontwikkelingsland blijven.

1. Ja dat klopt wel.
2. Nee hoor, dat gaat vanzelf weg.
3. Nee, door hulp van het buitenland kan dit opgelost worden.
4. Nee, door een goeie regering kan dat opgelost worden.

Achterblijvers zijn

1. De ontwikkelde landen, dus rijke landen.
2. De landen die rijker worden.
3. De armste landen van de wereld.

De tijd van jagers en boeren, dat was....

1. tot 3000 v.Chr.
2. 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
3. 2000 - 3000 v.Chr.

Veeteelt is

1. Het jagen op dieren voor voedsel en kleding.
2. Zaaien, verzorgen en oogsten van eetbare planten.
3. Het houden en fokken van dieren.
4. het houden van dieren voor de akkerbouw.

Hoe hoger het BNP/hoofd in een land, des te meer mensen er werken in....

1. de primaire sector
2. de secundaire sector
3. de tertiaire sector

Wat is welzijn?

1. Dat geeft aan of het goed met iemand gaat.
2. Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in je behoeften.

Koplopers zijn...

1. De armste landen van de wereld
2. Ontwikkelde landen, dus rijke landen
3. Landen die rijker worden.

Mensen hebben ......., zoals voeding, kleding, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs.

1. welvaart
2. welzijn
3. bnp
4. basisbehoeften

In de prehistorie...

1. Konden mensen al schrijven
2. Konden mensen nog niet schrijven

Wat is een hunebed?

1. Een grafkamer.
2. Een huiskamer.
3. Een prehistorische schuur.
4. Een speelplek.

Sociale ongelijkheid is

1. Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
2. Verschillen in afkomst
3. Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
4. Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Wat is regionale ongelijkheid?

1. Iedereen verdient evenveel
2. Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
3. Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
4. Ik weet het antwoord niet

Ik heb macht als...

1. iemand naar mij luistert.
2. ik naar iemand luister.
3. iemand mijn gedrag wilt overnemen.
4. ik Nederland wil besturen.

Welk werktuig gebruikten Jager-Verzamelaars niet?

1. 
2. 
3. 
4. 

Je bent zelfvoorzienend als je...

1. Geen vaste woonplek hebt
2. Aan landbouw doet
3. Voor jezelf kan zorgen
4. Wapens van hout maakt

Wat past er bij industrie? (er zijn meerdere antwoorden goed).

1. Een fabriek
2. Werken als boer
3. Stoommachines
4. Arbeiders

Wat is regionale ongelijkheid?

1. Iedereen verdient evenveel
2. Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
3. Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
4. Ik weet het antwoord niet

Dinsdag:

Beginnen wij aan een nieuw hoofdstuk.

Neem dit boek mee!