5. Licht - Belangrijke punten

Licht - Samenvatting
Ga rustig zitten op je plek
Pak je boek en pen alvast op tafel
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in je kluis
Ga op je iPad alvast in de LessonUp
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Licht - Samenvatting
Ga rustig zitten op je plek
Pak je boek en pen alvast op tafel
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in je kluis
Ga op je iPad alvast in de LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Als licht op een zwart oppervlak valt, worden de meeste lichtstralen...
A
Geabsorbeerd
B
Weerkaatst
C
Doorgelaten

Slide 2 - Quiz

Welke kleur wordt niet door het shirt geabsorbeerd?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Blauw

Slide 3 - Quiz

5.1: Licht, schaduw en spiegels
- Je weet dat licht op een voorwerp kan absorberen, weerkaatsen, en doorgelaten kan worden.
- Je weet het verschil tussen spiegelende en diffuse weerkaatsing.
- Je kan de weerspiegeling van een lichtstraal tekenen (werkblad Spiegelen).
- Je kan in een tekening laten zien, wat het gezichtsveld is van iemand die in een spiegel kijkt (paragraaf 5.1, opdracht 9)

Slide 4 - Diapositive

Tussen rood en geel komt de kleur...
A
Groen
B
Oranje
C
Blauw
D
Violet

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het glazen blokje dat hier het spectrum zichtbaar maakt?

Slide 6 - Question ouverte

Tegen welke straling bescherm je je huid als je zonnebrandcrème draagt?
A
Infrarode straling
B
Ultraviolette straling
C
Gammastraling
D
Röntgenstraling

Slide 7 - Quiz

5.2: Infrarood en ultraviolet
- Je kent de kleuren van het lichtspectrum.
- Je weet hoe je een spectrum zichtbaar maakt met een prisma.
- Je kan voorbeelden geven van dingen waar infrarode straling voor wordt gebruikt.
- Je kan voorbeelden geven van dingen waar ultraviolette straling voor wordt gebruikt.
- Je kan de gevaren van ultraviolette straling benoemen.

Slide 8 - Diapositive

Op de afbeelding zie je een...
A
Positieve lens
B
Negatieve lens

Slide 9 - Quiz

Het punt waar de lichtstralen samenkomen heet...
A
De voorwerpsafstand
B
Het brandpunt
C
Het beeldpunt
D
De beeldafstand

Slide 10 - Quiz

En wat voor soort lichtbundel zie je rechts van de lens?
A
Convergente
B
Divergente
C
Evenwijdige

Slide 11 - Quiz

5.3: Beelden met een lens
- Je weet het verschil tussen een positieve en een negatieve lens.
- Je kan een convergente, divergente, en evenwijdige lichtbundel herkennen.
- Je kan uitleggen wat het brandpunt van een positieve lens is.
- Je kan lichtstralen door een positieve lens tekenen, en zo het beeldpunt vinden (paragraaf 5.3, opdracht 9).

Slide 12 - Diapositive

Op welk onderdeel van je oog valt het binnengekomen licht?
A
Iris
B
Netvlies
C
Pupil
D
Oogzenuw

Slide 13 - Quiz

Is dit oog in een donkere of lichte ruimte?
A
Donker
B
Licht

Slide 14 - Quiz

In dit geval werkt de ooglens...
A
Te sterk
B
Niet sterk genoeg
C
Precies sterk genoeg

Slide 15 - Quiz

5.4: Oog en bril
- Je kan de zeven onderdelen van het oog aanwijzen en benoemen.
- Je weet de functie van de onderdelen van het oog.
- Je kan uitleggen wat bijziendheid is.
- Je kan uitleggen wat verziendheid is.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Maak: het werkblad met oefenvragen dat ik uitdeel.

Hoe? Gebruik je boek voor info. Gebruik een geodriehoek voor tekenen.
Met wie? Je mag rustig met je buur overleggen.
Doel? Je krijgt een idee van het soort vragen dat je krijgt op de toets.
Klaar? Maak je onderzoeksopdracht af en lever in.
Neem in je boek alvast het Leerstofoverzicht door (vanaf blz. 65).
Straks: oefenvragen bespreken.

Slide 17 - Diapositive