H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• Leerjaar 2

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Vast voorzetsel

De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat.

Voorzetseluitdrukkingen

Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties die je kunt vervangen door één woord.

Bekijk de volgende voorbeelden maar eens.

Voorzetseluitdrukkingen

in het kader van

met betrekking tot

door middel van

ten aanzien van

ten gevolge van

op grond van

in verband met

in het licht van het feit

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

Welk woordenrijtje bestaat alleen uit voorzetsels?

1. in - uit - naast - de - tijdens
2. voor - achter - pizza - bij - tussen
3. onder - achter - met - tegen - tijdens
4. een - in - tussen - de - van - op

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord: bestaan?

1. met
2. in
3. uit
4. van

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

In de stad ben ik van hot naar her gelopen om die leuke broek te kopen. Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel voorzetsels zie je staan?
Op, onder, mooie, in, gele, per, paarse, auto, de, lieve, voor.

1. 7
2. 5
3. 8
4. 6

Maak nu de vragen in je boek.

Hoofdstuk 4
Woordenschat - opdr. 1 t/m 6
Blz. 143 t/m 145