21 stelsel sociale zekerheid schv sommv persv

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
Wft BasisMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in artikel 1 in eigen woorden?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Premies volksverzekeringen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Mensen die werken betalen                          waardoor de                           in de verzorgingsstaat betaald kunnen worden.
2. Een                            is een bedrag dat wordt ingehouden op je loon. Je bent daardoor                             voor bepaalde gebeurtenissen zoals ziekte of ontslag.
3. Iedereen die werkt betaalt premie voor volksverzekeringen, zoals de                      . De                      is een werknemersverzekering.                     
WW
AOW
verzekerd
premie
belastingen
voorzieningen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werknemersverzekeringen zijn
A
Voor het hele volk en betaald door werkgevers
B
Voor het hele volk en betaald door werknemers
C
Voor en betaald door werkgevers
D
Voor en betaald door werknemers

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verzekering is een volksverzekering?
A
WIA
B
WW
C
AOW
D
WAO

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verzekering is een werknemersverzekering?
A
ANW
B
ZW
C
Wlz
D
AKW

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over de ketenbepaling voor tijdelijke contracten?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over de transitievergoeding?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een transitievergoeding?

Slide 26 - Question ouverte

Ontslagvergoeding
Na hoeveel tijdelijke contracten moet een werkgever een werknemer een contract voor onbepaalde tijd aanbieden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hans werkt als binnendienstmedewerker bij ABNAMRO verzekeringen. Hij heeft een contract voor onbepaalde tijd. Hans wordt ziek.
Op welke uitkering heeft Hans recht?
A
Ziektewet (ZW)
B
Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte (WULBZ)
C
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
D
WW (Werkloosheidswet)

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeren
Je betaalt een verzekeraar geld zodat hij je helpt als zich een bepaald onzeker voorval voordoet. 
Je beperkt je risico's. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeringskosten
Premie

Poliskosten (administratiekosten)

Assurantiebelasting (21% belasting)

Eigen risico..

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

= Idemniteitsbeginsel

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensverzekering is o.a. overlijdensrisicoverzekering.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is premie?
A
Een vergoeding aan de verzekeraar om het risico te dragen
B
Een vergoeding aan de consument om risico te dragen?
C
Een bedrag in geld dat je betaalt aan een bedrijf
D
Een ander woord voor rente

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande verzekeringen is een schadeverzekering?
A
Ongevallenverzekering
B
Ziektekostenverzekering
C
Woonhuisverzekering
D
Overlijdensrisicoverzekering

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande verzekeringen is een sommenverzekering?
A
Motorrijtuigen verzekering
B
Uitvaartverzekering
C
Overlijdensrisicoverzekering
D
Inboedelverzekering

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een levensverzekering?
Een levensverzekering is een verzekering die uitkeert bij overlijden of na een bepaalde periode.

Slide 43 - Diapositive

Leg kort uit wat een levensverzekering is.
Wat is een schadeverzekering?
Een schadeverzekering is een verzekering die uitkeert bij schade aan bezittingen.

Slide 44 - Diapositive

Leg kort uit wat een schadeverzekering is.
Verschillen in uitkering
Een levensverzekering keert uit bij overlijden of na een bepaalde periode. Een schadeverzekering keert uit bij schade aan bezittingen.

Slide 45 - Diapositive

Leg uit wat de verschillen zijn tussen de uitkeringen van de twee verzekeringen.
Verschillen in premie
De premie voor een levensverzekering is gebaseerd op leeftijd en gezondheid. De premie voor een schadeverzekering is gebaseerd op de waarde van de bezittingen en het risico op schade.

Slide 46 - Diapositive

Leg uit wat de verschillen zijn tussen de premies van de twee verzekeringen.
Verschillen in doel
Een levensverzekering is bedoeld om nabestaanden financieel te ondersteunen na overlijden. Een schadeverzekering is bedoeld om bezittingen te beschermen tegen financiële schade.

Slide 47 - Diapositive

Leg uit wat de verschillen zijn in het doel van de twee verzekeringen.
Voorbeelden van levensverzekeringen
Voorbeelden van levensverzekeringen zijn overlijdensrisicoverzekeringen en uitvaartverzekeringen.

Slide 48 - Diapositive

Geef voorbeelden van levensverzekeringen.
Voorbeelden van schadeverzekeringen
Voorbeelden van schadeverzekeringen zijn autoverzekeringen en inboedelverzekeringen.

Slide 49 - Diapositive

Geef voorbeelden van schadeverzekeringen.
Wanneer heb je een levensverzekering nodig?
Een levensverzekering is nuttig als je financiële steun wilt bieden aan nabestaanden na jouw overlijden.

Slide 50 - Diapositive

Leg uit wanneer het nuttig is om een levensverzekering af te sluiten.
Wanneer heb je een schadeverzekering nodig?
Een schadeverzekering is nuttig als je bezittingen wilt beschermen tegen financiële schade.

Slide 51 - Diapositive

Leg uit wanneer het nuttig is om een schadeverzekering af te sluiten.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions