7.2 het klimaat verandert herhaling

Cursus 7.2 - 7.3 - 7.4 
Herhaling
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Cursus 7.2 - 7.3 - 7.4 
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Wat is het klimaat?
Het klimaat is een gemiddelde van de weersomstandigheden ( temperatuur en neerslag:
A
gedurende een week
B
gedurende 1 jaar
C
gedurende 30 jaar
D
gedurende 6 maanden

Slide 2 - Quiz

Hoe ... de zonnestralen op de aarde vallen, hoe warmer het wordt.
A
rechter
B
schuiner

Slide 3 - Quiz

Op de Noordpool vallen zonnestralen ... op de aarde
A
recht
B
schuin

Slide 4 - Quiz

Op de evenaar vallen de zonnestralen ... op de aarde.
A
recht
B
schuin

Slide 5 - Quiz



De atmosfeer is
A
De luchtlaag om de aarde
B
Het wolkendek om de aarde
C
Het broeikaseffect in de aarde
D
Het condensatieproces in de lucht

Slide 6 - Quiz

zonder de atmosfeer was het te........ en te.........?
A
droog en nat
B
koud
C
koud en warm
D
warm

Slide 7 - Quiz

Wat is het versterkt broeikaseffect?
(boekomschrijving)
A
Zonnestralen die de aarde opwarmt en die voor een deel weer terug worden gekaatst.
B
Door meer broeikasgassen in de atmosfeer warmt de aarde extra op
C
Dit is de verwarming van de aarde dat met zonnestralen werkt, zonder dit is het -18 graden.
D
De aarde kaatst alle zonnestralen terug die op de aardoppervlak schijnen.

Slide 8 - Quiz

Het natuurlijk broeikaseffect is slecht voor de wereld?
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Versterkt broeikaseffect

Slide 10 - Diapositive

Natuurlijk/versterkt broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 11 - Diapositive

Gevolgen wereldwijd en voor Nederland

Hogere temperaturen
  -  langere hittegolven

Meer hevige regenbuien ( niet vaker regen maar meer)
   - zeespiegelstijging
        + afsmelten landijs en gletsjers
       

Slide 12 - Diapositive

Wat is 'duurzaamheid'?
A
Ervoor zorgen dat als je iets van de gebruikt dat het niet schadelijk is voor het milieu, en dus voor de aarde
B
De aarde zo gebruiken dat de toekomstige generaties er ook nog plezier van kunnen hebben
C
Dingen zo duur mogelijk kopen, dat is beter voor het milieu
D
alle dure dingen die een maatschappij bezit

Slide 13 - Quiz

Duurzaamheid
  • Tegenwoordig moet alles veel duurzamer.
  • Bijv. door groene energie of meer natuur in de stad.
Duurzaam  betekend: iets van de aarde gebruiken maar ook weer teruggeven op een manier waarop je het milieu niet beschadigd. 

Slide 14 - Diapositive

Duurzaam watergebruik
1. Gebruik van water waarbij je rekening houdt dat het niet opraakt of vervuilt. 

Beperken watergebruik
  • Waterbesparende apparaten

Hergebruik water
  • Grijs water 
  • Regenwater 

Slide 15 - Diapositive

Op is op
Fossiele brandstoffen = uitputbare brandstoffen --> raken op

Daarom: energietransitie 
  • Overstap van fossiel naar duurzaam

Afspraken hierover staan in Klimaatakkoord van Parijs

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

Slide 18 - Quiz

Wat houdt het Klimaatakkoord van Parijs in?
A
Het verhogen van de industriele activiteit
B
Het promoten van fossiele brandstoffen
C
Het negeren van de klimaatverandering
D
Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van het klimaatakkoord?
A
Dat de temperatuur hoger moet worden
B
De temperatuur beneden de 2 graden houden op aarde
C
De temperatuur beneden de 4 graden houden op aarde
D
De temperatuur moet onder de 1,5 graad blijven

Slide 20 - Quiz

Duurzame energiebronnen

Voorbeelden:
  • Windenergie
  • Waterkracht
  • Zonne-energie

Hebben elk hun voor- en nadelen.

Slide 21 - Diapositive


Welke is een voorbeeld
van duurzame energie?
A
Aardolie
B
Windmolens
C
Zonnepanelen
D
Steenkool

Slide 22 - Quiz

Biomassa en biobrandstof

Biologisch afval = biomassa
  • Kan worden gebruikt als brandstof --> biobrandstof
  • Niet altijd duurzaam



Slide 23 - Diapositive

Aardig warm
Warmte vanuit de aarde (aardwarmte) kan ook gebruikt worden om energie op te wekken --> geothermische energie

Kost in NL te veel geld om dit te gebruiken.


Slide 24 - Diapositive

§ 7.4 Nederland verduurzaamt

Slide 25 - Diapositive

Wat is de atmosfeer?
A
lucht om de aarde / dampkring
B
invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
abiotische factoren
D
gebied waarin geen leven mogelijk is

Slide 26 - Quiz

Je ziet hieronder meerdere energiebronnen. Welke bron is GEEN fossiele bron. Kies:
A
windmolen
B
aardolie
C
steenkool
D
aardgas

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Te kleine wereld? 
Wat is de ecologische voetafdruk?
  • De ruimte die nodig is om alles te maken, verbouwen, vervoeren wat je koopt en doet.


Waarom heeft de wereldbevolking een te grote ecologische voetafdruk?
  • De hele wereldbevolking gebruikt meer ruimte dan er beschikbaar is. (namelijk 75% meer dan de aarde nu te bieden heeft)









Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Milieuproblemen
Milieu:
- lucht
- bodem
- water

Door toedoen van de mens vervuilt het milieu


Slide 31 - Diapositive

In evenwicht
Plant, mens & dier vormen samen het ecosysteem

Intensieve landbouw zorgt voor veel stikstof uitstoot. Daarom stappen veel boeren over naar biologische landbouw.
  • Meer ruimte voor dieren
  • Geen chemische bestrijdingsmiddelen

Slide 32 - Diapositive

Denken in cirkels
In NL hebben we afspraken over het klimaat --> Klimaatwet

Om opwarming van de aarde tegen te gaan, wordt een circulaire economie gestimuleerd.
  • Hergebruiken en recyclen
  • Minder consumeren

Slide 33 - Diapositive