5.3 Exponentiële formules opstellen

Hoofdstuk 5


Invoegen plattegrond op niveau
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk:
Opgaven maken ging ....
A
Goed
B
Deels
C
Ik snapte er niks van
D
Ik heb het niet gemaakt

Slide 2 - Quiz

Stel een formule op van de vorm:

y = ax + b

Slide 3 - Question ouverte

Welke tabel hoort bij exponentiële groei?
A
1
B
2
C
1+2
D
geen van beide

Slide 4 - Quiz

Wat is de groeifactor bij een toename van 5%?
A
0,05
B
0,5
C
5
D
1,05

Slide 5 - Quiz

Wat is de groeifactor bij een afname van 6%?

Slide 6 - Question ouverte

Hoeveel procent is de afname bij een groeifactor van 0,975?

Slide 7 - Question ouverte

Welke formule kan horen bij deze grafiek?
A
f(x)=11,2t
B
g(x)=12,34t
C
h(x)=10,91t
D
i(x)=2,45t+1

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.1 + 5.2




Leerdoel 1 t/m 5
Paragraaf 1, lineair, de rest exponentieel.

Slide 10 - Diapositive

Gebruik planner
Pak je planner erbij.


Vul het eerste bolletje in van de leerdoelen van deze les.

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel behaald deze les?

Pas bolletje 1 aan, in de planner, indien het veranderd is.
(+, +/-, -)
A
+
B
+/-
C
-

Slide 12 - Quiz

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3



Leerdoel 6

Slide 13 - Diapositive

De standaard formule voor exponentiële groei is:
A
y=ax+b
B
y=ax2+bx+c
C
y=bax
D
N=b.gt

Slide 14 - Quiz

5.3 Exponentiële formules opstellen

Slide 15 - Diapositive


Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3



Leerdoel 6

Slide 18 - Diapositive

Aantekening 5.3 Exponentiële formules opstellen
Stappenplan:
1. Schrijf de algemene formule op:
2. Bereken de groeifactor per tijdseenheid.
3. Zoek uit of bereken de beginhoeveelheid. 
4. Vul punt 2 en 3 in bij de algemene formule en vermeld de tijdseenheid. (bv t is tijd in dagen)

 Opgave 19, 20, 22 en 24
N=bgt

Slide 19 - Diapositive

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3



Leerdoel 6

Slide 20 - Diapositive