2MH week 16 5.4 en 6.4 taalverrijking

2MH week 16 
§5.4 en §6.4
taalverrijking 

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2MH week 16 
§5.4 en §6.4
taalverrijking 

Slide 1 - Diapositive

Als je jouw gevoel een kleur zou kunnen geven, welke kleur heeft het dan nu?
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

lesinhoud
  • deze en komende weken,
  • uitleg havo §5.4, vergelijking, metafoor, personificatie en cliché.
  • uitleg mavo §6.3, zij, hun, hen
  • check out.

Slide 3 - Diapositive

deze en komende weken

Slide 4 - Diapositive

havo §5.4 vergelijking en metafoor

Vergelijking
Zowel het beeld als datgene wat vergeleken wordt (de werkelijkheid) worden genoemd.
  • Hij (werkelijkheid) is een boom van een kerel (beeld).

Metafoor
De werkelijkheid is al vervangen door het beeld.
  • Dat stelletje brulapen zorgde voor veel lawaai in de klas.


Slide 5 - Diapositive

havo §5.4 personificatie en cliché 

Personificatie
Een levenloos voorwerp krijgt een eigenschap van een dier of mens.
  • Het huis omarmde haar.

cliché
soms wordt beeldspraak zo vaak gebruikt dat het normaal wordt, een cliché dus.
  • Jouw stem is zoet als honing.

Slide 6 - Diapositive

mavo §6.4 tegenstellingen 

Soms betekenen woorden precies het tegenovergestelde. 
  • warm - koud
  • licht - donker

soms kan je het tegenovergestelde van een woord maken door er het voorvoegsel 'on' of 'a' voor te zetten.
  • gezellig - ongezellig
  • sociaal - asociaal


Slide 7 - Diapositive

mavo §6.4 vergelijkingen 

Je kan iets kracht bijzetten door beeldspraak te gebruiken. Dit is een vorm van figuurlijk taalgebruik. Bijvoorbeeld een vergelijking maken.
  • Zij lacht als een boer met kiespijn.
  • Zij liepen muisstil naar de andere kant.


Slide 8 - Diapositive

mavo §6.5 understatement en eufemismen

Understatement
In plaats van iets overdrijven, kan je ook onderdrijven. Dit noem je een understatement.
  • Ik ben tevreden met mijn tien.
  • Fijn dat zij het winnende doelpunt scoorde tijdens het WK.

Eufemismen
Soms is iets zo erg, dat het niet wil uitspreken. 
  • Zij had de ziekte 'k'.
  • Mijn hamster heb ik gister moeten laten inslapen.



Slide 9 - Diapositive

timer
1:00
Periode drie is bijna voorbij.
Ben je tevreden
hoe alles is verlopen?

Slide 10 - Carte mentale