Herhaling Examenstof 1

Herhaling examenstof 1
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstgeschiedenisBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Herhaling examenstof 1

Slide 1 - Diapositive

Welke bewering klopt over kunst in de prehistorie?
A
Ze maakten rotsschilderingen
B
Prehistorie kent geen kunst

Slide 2 - Quiz



Waarmee had de kunst en architectuur van het oude Egypte vaak te maken?

A
met belangstelling voor de astronomie
B
met het geloof in een leven na de dood
C
met trots op het machtige moederland
D
met de verering van de Nijl als oppergod

Slide 3 - Quiz



Kunst in het oude Egypte was gedurende 3000 jaar onveranderlijk.

A
Waar
B
Niet waar
C
D

Slide 4 - Quiz

Waar ligt dit gebouw?
A
Rome
B
Griekenland

Slide 5 - Quiz

Waar ligt dit gebouw alweer?
A
Rome
B
Griekenland

Slide 6 - Quiz

Op de afbeelding staan drie zuilen. Bij elke zuil hoort een Griekse kunst stijl. Combineer de juiste stijl met de juiste zuil.

Zuil 1


Zuil 2

Zuil 3
Korintisch
Dorisch
Ionisch

Slide 7 - Question de remorquage

Griekse overblijfselen
zwartfigurige vaas
roodfigurige vaas

Slide 8 - Diapositive

Welke cultuur bewonderden de oude Romeinen? Waar vonden ze hun inspiratie?
A
inspiratie bij Griekse kunst
B
inspiratie bij Egyptische kunst
C
inspiratie bij Arabische kunst

Slide 9 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Grieken: realisme, Romeinen: perfectie
B
Grieken: perfectie, Romeinen: realisme

Slide 10 - Quiz

In de Middeleeuwse kunst draaide alles om
A
God, het lijden van Christus
B
Afbeelden van de rijke mensen (de adel)

Slide 11 - Quiz

Middeleeuwse Kunst
Renaissance Kunst
timer
0:40
Realistisch
Nieuwe technieken
Opdrachtgever is de kerk
Opdrachtgevers zijn rijke kooplui
Geen diepe in het schilderij
het leven na de dood staat centraal

Slide 12 - Question de remorquage

Is dit een kunstwerk van Leonardo da Vinci?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Welke Nederlandse schilders horen bij de Gouden Eeuw?
A
Rembrandt, Vermeer, Steen
B
Rembrandt, Van Gogh, Vermeer
C
Rembrandt, Vermeer, Mondriaan

Slide 14 - Quiz

Johannes Vermeer
Jan Steen 
Het melkmeisje

Het Sint-Nicolaasfeest
'Een huishouden van ...'
Licht-donker contrast

Slide 15 - Question de remorquage

Welk soort schilderijen maakte Rembrandt vooral?
A
Groepsportret
B
Stilleven
C
Historiestuk
D
Zelfportret

Slide 16 - Quiz

Impressionisme begon in Frankrijk
in de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 17 - Quiz

Wie noemen we de vader van het impressionisme?
De impressionisten wilden hun indrukken op het doek schilderen.
A
Rembrandt van Rijn
B
Claude Monet
C
Vincent van Gogh
D
Jan Steen

Slide 18 - Quiz


Behalve impressionisme had je in de 19e eeuw de volgende stromingen:
A
Realisme
B
Barokkunst
C
Gotische kunst
D
Romantiek

Slide 19 - Quiz


De Romantiek (19e eeuw) draaide om
A
vluchten uit de werkelijkheid
B
gezelligheid
C
angst

Slide 20 - Quiz

Wie is de vader van het kubisme?
A
Picasso
B
Van Gogh
C
Kahlo
D
Kandinsky

Slide 21 - Quiz

prehistorie 
middeleeuwen 
Griekse oudheid
renaissance
impressionisme 
Kubisme
Surrealisme
modern kunst 

Slide 22 - Question de remorquage

La liberté
Guernica
Nachtwacht
De Schreeuw

Slide 23 - Question de remorquage

Koppel het juiste schilderij aan de juiste kunstenaar
Karel Appel
Joan Miro
Vasily Kandinsky
Pablo Picasso

Slide 24 - Question de remorquage

Piet Mondriaan

Slide 25 - Diapositive