Nedelrands
1 / 20
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Ok we gaan nu echt beginnen💀
Slide 3 - Question ouverte
Jantje heeft een lelijk masker ... (opzetten)
A
Opzet
B
Opzettend
C
opgezette
D
opgezet
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'mits'?
A
ruimte en voorzieningen
B
veelbelovende
C
Maar, alleen als
D
belangrijk
Slide 5 - Quiz
Wat betekent 'de bloemetjes buiten zetten'
A
tuinier worden
B
een feestje vieren
C
volkomen gelukkig
D
de saaiheid doorbreken
Slide 6 - Quiz
Hiërarchisch
hygiënisch
Rooskleurige
Volgens een rangorde
schoon
Veelbelovend
Slide 7 - Question de remorquage
Hans heeft de pas ... (uitvinden) dans gedaan.
In een andere realiteit ... hij nu een machine ... (uitvinden)
Al ... loopt hij door de middeleeuwse stad.
Uitgevonden
Vindt uit
Uitvindend
Slide 8 - Question de remorquage
Als idioot ... (zijn) ben je dom :(
Slide 9 - Question ouverte
De ... (uithollen) ananas ziet er lekker uit.
A
Uithollende
B
Geuitholde
C
Uitgeholde
D
Ik vind ananas niet lekker :(
Slide 10 - Quiz
De enige OD die op '-de' eindigd is 'zijn'.
A
B
Slide 11 - Quiz
Zoek de BWB: Merlijn heeft vanwege kaas een agressieproblemen.
Slide 12 - Question ouverte
Als een BWB uit één woord bestaat is het een BW.
A
B
Slide 13 - Quiz
Ik haat muggen. Ik heb er een gedood. Nu is het een ... (doden) mug.
Slide 14 - Question ouverte
Ik heb jullie adressen ... (vinden).
Slide 15 - Question ouverte
Wat vonden jullie ervan???
