MC-vragen start somformule

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

MC-vragen "a" bij berekenen eindwaarde somformule

MC-vragen bij ...

... het bepalen van "a" bij het berekenen van de eindwaarde met de somformule

Je stort vanaf 1-1-2012 elk jaar €1.500 op een spaarrekening met 2,4% rente samengestelde interest per jaar.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 31 december 2019.

1. a = 1,024
2. a = 1
3. a = 1,024^4

Je stort vanaf 1-1-2012 elk jaar €1.500 op een spaarrekening met 2,4% rente samengestelde interest per jaar. De laatste storting is op 1 januari 2016.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 1 januari 2020.

1. a = 1,024
2. a = 1
3. a = 1,024^4

Je stort vanaf 1-1-2012 elk jaar €1.500 op een spaarrekening met 2,4% rente samengestelde interest per jaar.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 1 januari 2020.

1. a = 1,024
2. a = 1
3. a = 1,024^4

Je stort vanaf 1 juli 2014 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% rente samengestelde interest per kwartaal. De laatste storting is op 1 oktober 2015.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 1 januari 2018.

1. a = 1,008
2. a = 1
3. a = 1,008^13

Je stort vanaf 1 juli 2014 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% rente samengestelde interest per kwartaal. De laatste storting is op 1 oktober 2015.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 31 oktober 2015.

1. a = 1,008
2. a = 1
3. a = 1,008^13

Je stort vanaf 1 juli 2014 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% rente samengestelde interest per kwartaal. De laatste storting is op 1 oktober 2015.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 1 oktober 2015.

1. a = 1,008
2. a = 1
3. a = 1,008^13

Je stort vanaf 1 maart 2016 elke maand €300 op een spaarrekening met 0,2% samengestelde interest per maand. De laatste storting is op 1 juni 2018.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 31 juli 2020.

1. a = 1,002
2. a = 1
3. a = 1,002^26

Je stort vanaf 1 maart 2016 elke maand €300 op een spaarrekening met 0,2% rente samengestelde interest per maand. De laatste storting is op 1 juni 2018.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 31 juni 2018.

1. a = 1,002
2. a = 1
3. a = 1,002^26

Je stort vanaf 1 maart 2016 elke maand €300 op een spaarrekening met 0,2% rente samengestelde interest per maand.

Wat is "a" bij berekenen eindsaldo op 1 juni 2018.

1. a = 1,002
2. a = 1
3. a = 1,002^26

Je stort vanaf 1 januari 2015 elk jaar €4.000 op een spaarrekening met 2,9% samengestelde interest per jaar.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2019.

Wat is "T" in dit geval?

1. T = 4.000
2. T = 1,029
3. T = 1,029
4. T = 5

Je stort vanaf 1 januari 2015 elk jaar €4.000 op een spaarrekening met 2,9% samengestelde interest per jaar.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2019.

Wat is "r" in dit geval?

1. r = 4.000
2. r = 1,029
3. r = 6
4. r = 5

Je stort vanaf 1 januari 2015 elk jaar €4.000 op een spaarrekening met 2,9% samengestelde interest per jaar.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2019.

Wat is "a" in dit geval?

1. a = 1
2. a = 1,029^5
3. a = 1,029

Je stort vanaf 1 januari 2015 elk jaar €4.000 op een spaarrekening met 2,9% samengestelde interest per jaar.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2019.

Wat is "n" in dit geval?

1. n = 4.000
2. n = 1,029
3. n = 4
4. n = 5

Je stort vanaf 1 januari 2015 elk jaar €4.000 op een spaarrekening met 2,9% samengestelde interest per jaar.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2019.

Wat is de eindwaarde op 31 december 2019?

1. €20.983,63
2. €21.808,76
3. €20.763,10
4. €21.397,46

Je stort vanaf 1 april 2018 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% samengestelde interest per kwartaal.
We willen de eindwaarde weten op 1 april 2020.

Wat is "T" in dit geval?

1. T = 600
2. T = 1,008
3. T = 1
4. T = 9

Je stort vanaf 1 april 2018 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% samengestelde interest per kwartaal.
We willen de eindwaarde weten op 1 april 2020.

Wat is "r" in dit geval?

1. r = 600
2. r = 1,008
3. r = 1
4. r = 9

Je stort vanaf 1 april 2018 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% samengestelde interest per kwartaal.
We willen de eindwaarde weten op 1 april 2020.

Wat is "a" in dit geval?

1. a = 1,008
2. a = 1
3. a = 1,008^11

Je stort vanaf 1 april 2018 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% samengestelde interest per kwartaal.
We willen de eindwaarde weten op 1 april 2020.

Wat is "n" in dit geval?

1. n = 8
2. n = 9
3. n = 2
4. n = 10

Je stort vanaf 1 april 2018 elk kwartaal €600 op een spaarrekening met 0,8% samengestelde interest per kwartaal.
We willen de eindwaarde weten op 1 april 2020.

Wat is de eindwaarde op 1 april 2020?

1. €5.576,06
2. €5.682,92
3. €5.673,21
4. €5.626,51

Je stort vanaf 1 juli 2017 elk half jaar €900 op een spaarrekening met 1,7% samengestelde interest per half jaar. De laatste storting is op 31 december 2018.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2025.
--> Wat is "T" in dit geval?

1. T = 900
2. T = 1,017
3. T = 1,017^14
4. T = 4

Je stort vanaf 1 juli 2017 elk half jaar €900 op een spaarrekening met 1,7% samengestelde interest per half jaar. De laatste storting is op 31 december 2018.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2025.
--> Wat is "r" in dit geval?

1. r = 900
2. r = 1,017
3. r = 1,017^14
4. r = 4

Je stort vanaf 1 juli 2017 elk half jaar €900 op een spaarrekening met 1,7% samengestelde interest per half jaar. De laatste storting is op 31 december 2018.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2025.
--> Wat is "a" in dit geval?

1. a = 1,017
2. a = 1,017^14
3. a = 1

Je stort vanaf 1 juli 2017 elk half jaar €900 op een spaarrekening met 1,7% samengestelde interest per half jaar. De laatste storting is op 31 december 2018.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2025.
--> Wat is "n" in dit geval?

1. n = 4
2. n = 3
3. n = 18
4. n = 17

Je stort vanaf 1 juli 2017 elk half jaar €900 op een spaarrekening met 1,7% samengestelde interest per half jaar. De laatste storting is op 31 december 2018.
We willen de eindwaarde weten op 31 december 2025.
--> Wat is de eindwaarde op 31 december 2025?

1. €4.652,46
2. €4.643,85
3. €4.675,78
4. €4.681,93